e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maanmes halvemaand: hoavemont (Bleijerheide) Mes waarmee men stukken leer voor de binnenhaam uitsnijdt. De vorm van het blad is een halve maan. Zie afb. 70. [N 36, 39; Li 1963, 38] II-10
maanx mond (du.): mond (Bleijerheide) maan III-4-4
maasdak blokleienbedekking: blǫklajǝbǝdękuŋ (Bleijerheide) Dakbedekking bestaande uit rechthoekige leien, in horizontale rijen gelegd. Elke rij ligt daarbij verspringend ten opzichte van de vorige en evenwijdig met de druiplijn van het dak. Deze wijze van leidekken is onder meer gebruikelijk in België. [N 64, 160a; N 64, 160c] II-9
macaroni noedelen: noe’dele (Bleijerheide) macaronie III-2-3
machinaal bewerken machinaal bewerken: mašināl bǝwerkǝ (Bleijerheide) In het algemeen hout bewerken met behulp van machines. Zie ook het lemma ɛmachinewerkɛ.' [N 53, 227b] II-12
machinegaren machinesgaren: mašeŋsjār (Bleijerheide) Fijner soort garen die men gebruikt bij het naaien op de naaimachine. [N 59, 6c; N 62, 57; monogr.] II-7
machinewerk machinaal werk: mašināl węrǝk (Bleijerheide) Algemene benaming voor timmerwerk dat met behulp van machines wordt verricht. [N 55, 182] II-12
machinezijde machineszijde: mašiŋszi-j (Bleijerheide) Zijdegaren voor gebruik op de naaimachine. [N 59, 7d] II-7
madeliefje meelzoetje: meël’zus-je (Bleijerheide), meizoetje: mai’zus-je (Bleijerheide) madeliefje || madeliefje, meizoentje III-4-3
magazijn leerkelder: lę̄rkɛldǝr (Bleijerheide), leerzolder: lę̄rzøldǝr (Bleijerheide), magazijn: majazīn (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), majǝzīn (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Algemene benaming voor een ondergronds of bovengronds magazijn. Het woordtype "catrîye" is specifiek van toepassing op een ondergronds magazijn. [N 95, 9; Vwo 492; Vwo 222; monogr.] || De ruimte waar men het leer bewaart. Uit de antwoorden blijkt dat deze ruimte zowel een kelder, een zolder als een stal kan zijn. Volgens de informant van L 293 moet de kelder droog zijn. [N 60, 37b] II-10, II-5