e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neerbraak neerbouw: nērbǫ.w (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), zenkschacht: zeŋkšāt (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), zɛŋkšāt (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Een blinde schacht die in benedenwaartse richting wordt gedreven. Zie ook de semantische toelichting bij de lemmata Blinde Schacht, Tussenschacht en Opbraak. [N 95, 184; N 95, 78; monogr.; Vwo 544] II-5
neerlaten heraf laten: ǝrāf Iǫsǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Iets neerlaten in de ondergrond. [N 95, 611; Vwo 46; monogr.] II-5
neet, luizenei neet: nis (Bleijerheide), idiosyncr.  nis (Bleijerheide) neet || neet, luizenei [N 26 (1964)] III-4-2
negblokken hoekstenen: hukštęŋ (Bleijerheide) Bergstenen blokken die in het metselwerk worden aangebracht ter verlevendiging van venster- en ingangsneggen. Zie ook afb. 52. Volgens de invuller uit Q 121c konden de negblokken uit mergel, kunststeen of hardsteen vervaardigd zijn. [N 32, 12a] II-9
nek nek: nak (Bleijerheide), nàk (Bleijerheide) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nerfkant bovenkant: bovenkant (Bleijerheide) De kant van de huid waar het haar heeft gezeten. [N 60, 3a; N 60, 3c; N 36, 2a] II-10
nest nest: nès (Bleijerheide), nɛ̄s (Bleijerheide  [(meervoud: nɛstǝr)]  ) Bij trapbomen de groef waarin de trede, het stootbord en de wellat worden ingelaten. Nesten worden, nadat de treden en stootborden op de boom zijn afgeschreven, met een kapbeitel ingehakt en nagenoeg op diepte uitgestoken, waarna zij met een grondschaafje zuiver op diepte worden gemaakt. [N 55, 112] || nest II-9, III-4-1
nest, hoeveelheid jongen hik: ook: broedsel van vogels  hik (Bleijerheide), worp: v konijnen bijv.  wórp (Bleijerheide) worp || worp van zoogdieren III-4-2
nesten uithakken de trappeboom uithouwen: dǝr trapǝbō.m ūshǫwǝ (Bleijerheide) Nesten met behulp van de kapbeitel in de trapboom uithakken. [N 55, 113] II-9
nesten uitschaven uithobelen met de grondhobel: ūshobǝlǝ met ˲dǝr jroŋkhubǝl (Bleijerheide) De uitgekapte nesten met behulp van de grondschaaf zuiver op diepte maken. [N 55, 114] II-9