e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pennen aanzagen tappen aansnijden: tsapǝ āšnijǝ (Bleijerheide) De stijlen en dorpels van een kozijn worden doorgaans met een pen-en-gatverbinding aan elkaar bevestigd. Aan de uiteinden van de stijlen worden daartoe pennen gezaagd die in overeenkomstige gaten in onder- en bovendorpel vallen. De pennen worden met behulp van een dubbel kruishout op de stijlen en dorpels afgetekend. [N 55, 5] II-9
pennen maken tappen slaan: tsapǝ šlǭǝ (Bleijerheide) De pennen van een pen-en-gatverbinding maken met behulp van de pennenmachine. Het hout dat daarvoor gebruikt werd, werd in Venray (L 210) en omgeving nagelenhout (nē̜gǝlhǭlt) genoemd. Zie ook het lemma ɛpen-en-gatverbindingɛ.' [N 53, 231e] II-12
pennenmachine, pennenbank tappenslager: tsapǝšlē̜jǝr (Bleijerheide) Werktuig waarop de pennen voor een pen-en-gatverbinding machinaal worden gemaakt. Zie ook afb. 127 en het lemma ɛpen-en-gatverbindingɛ.' [N 53, 231a] II-12
pennenplaat dübelijzer: dybǝlīzǝr (Bleijerheide) Stalen plaat met snijdende openingen van verschillende grootte waar gekloofde stokjes hout doorheen worden geslagen ten einde deuvels van een bepaalde dikte te verkrijgen. [N G, 13; N 54, 76] II-12
penningen afroepen de nommeren aflezen: dǝ nǫmǝrǝ āflē̜ǝzǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), marken roepen: markǝ rofǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Winterslag, Waterschei]), schichtmarken uitroepen: šixmarkǝ ūsrofǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]) De penningnummers afroepen bij het uitgeven van de penningen. Zie voor de fonetische dokumentatie van het woord (marken) het lemma Controlepenning. [N 95, 48] II-5
penningen uitgeven marken uitgeven: [marken] ūsjē̜ǝvǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Willem-Sophia]), schichtmark uitgeven: šixmark ūsjē̜ǝvǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Laura, Julia]) Controlepenningen uitreiken. Het uitgeven van de penningen geschiedde bovengronds. De zegsman uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat op vertoon van de penning de mijnwerker zijn lamp en gereedschap kon ophalen. Daarna gaf hij de penning af voordat hij in de lift stapte. Aan het eind van de dienst kon hij de penning bovengronds, later ondergronds weer van een bord nemen. De penning werd uiteindelijk bij het verlaten van de mijn in een bak bij de portier gedeponeerd. Zie voor de fonetische dokumentatie van de tussen haken geplaatste woorden het lemma Controlepenning. [N 95, 45] II-5
penningencontrole markencontrole: markǝkǫntrǫl (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), schichtmarkencontrole: šixmarkǝnkǫntrǫl (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Eisden, Zwartberg]) Het controleren van de penningen. Aan de hand van de controle kon worden vastgesteld welke mijnwerkers niet naar hun werk waren gekomen, maar ook of er bij het einde van de dienst mijnwerkers ondergronds waren achtergebleven. De invuller uit Q 3 merkt daarbij op dat in de mijnen in Winterslag en Waterschei de controle van de penningen door de "médailleur" zowel in de "médaillerie", de "lampisterie" als in de "beur" geschiedde. Uit de opgaven uit Q 111 , Q 112a, Q 117a en Q 121 blijkt verder dat de penningcontrole in de mijnen Oranje-Nassau I-IV, Laura, Julia en Domaniale gebeurde in de "penningboede" en de "markenboede" (zie het lemma Penningenlokaal). [N 95, 44; monogr.; N 95, 125; N 95, 47] II-5
penningencontroleur, penningenontvanger markencontroleur: markǝkǫntrolø̄r (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De man die de penningen innam voor controle. [N 95, 47; N 95, 44; N 95, 125; monogr.] II-5
penningenkist markenkist: markǝkes (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), markǝnkeš (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Eisden]) De kist waarin de penningontvanger ondergrondsde penningen deponeerde, wanneer hij die aan het begin van de dienst van de mijnwerkers had ontvangen. Met behulp van deze kist werden de penningen in de Domaniale mijn daarna naar boven gebracht, waar ze door de controle werden geadministreerd (Lochtman pag. 52). [N 95, 49] II-5
penningenlokaal controle: kǫntrǫl (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Winterslag, Waterschei]), markenboede: markǝbūt (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Emma]) Lokaal waar men de dienstpenningen uitdeelde. Uit de woordtypen "portier" en "portiersloge" blijkt dat dat uitdelen ook door de portier kon gebeuren. De informant van Q 111 vermeldt dat de term "markenboede" vroeger werd gebruikt. [N 95, 5; monogr.] II-5