e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stijfsel stijf: štīf (Bleijerheide) stijfsel III-2-1
stijgbuis stijgreur: štīxrø̄r (Bleijerheide) De buis waarin de vloeistof bij een perspomp omhoog geperst wordt. Zie ook afb. 237. [N 64, 133p; N 66, 49p] II-11
stijl oprechte stijl: oprēǝtǝ štil (Bleijerheide), stijl: štil (Bleijerheide) Het verticale deel van een kozijn waaraan de deur of het raam zijn opgehangen of waartegen deze aanslaan. Kozijnstijlen waren vroeger doorgaans van grenehout, tegenwoordig zijn zij ook van hardhout, metaal of kunststof. [N 55, 7a; monogr.] II-9
stijl, stempel ijzeren stijl: īsǝrǝ [stijl] (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), īzǝrǝ [stijl] (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Emma, Maurits]), stijl: štil (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), stütze: štyts (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Winterslag, Waterschei]) Algemene benaming voor het verticaal of haaks op de laag geplaatste houten of metalen steunelement in mijngangen en winplaatsen. De invuller uit Q 3 kent twee soorten stijlen: de "stempel" die in galerijen en pijlers wordt gebruikt en de "montant" die alleen in galerijen wordt toegepast. Volgens de respondent uit L 417 is de "stempel" van hout, de "montant" van ijzer. Een ijzeren stijl voor in de pijler is naar zijn zeggen het "mannetje". Het woordtype "apôye" is van toepassing op een houten stijl, meestal vervaardigd uit denne- of eikehout (Vanwonterghem pag. 49). [N 95, 292; N 95, 333; N 95, 290; Vwo 62; Vwo 387; Vwo 529; Vwo 530; Vwo 746; Vwo 747; Vwo 758; Vwo 780; Vwo 781] II-5
stijlen haaks op de laag plaatsen [stijlen] bergslag zetten: bɛrxšlāx zɛtsǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Julia]) Stijlen loodrecht tussen dak en vloer, in gangen waar dak en vloer niet evenwijdig aan elkaar lopen, haaks onder het dak plaatsen. Zie voor "stijlen", "stempels" etc., het object van deze handeling, het lemma Stijl, Stempel. [N 95, 295] II-5
stijlen schuin bevestigen (de stijlen) op sprong zetten: op šproŋk zɛtsǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), bouwen naar het hangende: bǫwǝ noǝ ǝt haŋǝndǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), op zurück zetten: op šrȳk zɛtsǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]) Stijlen schuin bevestigen. Door het schuin plaatsen van de stijlen van een ondersteuning kan deze meer weerstand bieden aan de druk vanuit de zijwanden. Bovendien bereikt men hiermee dat de vervoerruimte beneden in de gang, dus de meest nuttige ruimte, groter wordt bij eenzelfde gangdoorsnede. Zie voor "stijlen", "stempels" etc., het object van deze handeling, het lemma Stijl, Stempel. [N 95, 294; N 95, 295; N 95, 300; monogr.] II-5
stijlentrekker stijlentrekker: štilǝtrɛkǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), sylvester: sylvester (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Waterschei, Eisden]) Werktuig waarmee ondersteuningen uit het ontkoolde pand kunnen worden weggetrokken. De stijlentrekker bestaat uit een tandheugel waarlangs het zogenaamde huis kan worden bewogen door middel van een hefboom. Aan het huis is een trekketting bevestigd die aan de te verwijderen stijl wordt vastgemaakt. [N 95, 591a; N 95, 591b; monogr.; N 95A, 13] II-5
stikgaren stikgaren: štekjār (Bleijerheide) Garen om mee te stikken, in het bijzonder los getwijnd viervoudig garen. [N 59, 7c; N 62, 57] II-7
stikken naaien: niǝnǝ (Bleijerheide) Het door middel van een draad aan elkaar bevestigen van twee stukken leer. Volgens de informanten wordt de term naaien gebezigd voor het vroegere handwerk (L 163a, Q 112a) en stikken voor het latere machinale werk (L 163a, Q 18 en Q 112a). [N 60, 54a; N 60, 239] II-10
stikker, stikster stikker: štekǝr (Bleijerheide) Degene die het stikwerk doet. "Vrouwelijke arbeiders, de zoogenaamde stikmeisjes, komen op vele werkplaatsen voor; heeft de patroon zelf dochters, dan verrichten deze bijna altijd dit werk, soms in de huiskamer, maar meestal ook in het algemeene arbeidsvertrek. De vrouw des huizes stikt gewoonlijk in de huiskamer." (Directie, pag. 311). [N 60, 65] II-10