e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
teenstuk stootje: štȳǝšǝ (Bleijerheide) Reparatielapje onder de schoenzool, aan de teen. [N 60, 233d] II-10
teenstuk [wld ii.10, p. 60] stootje: stüüesje (Bleijerheide) Het lapje onder de schoenzool, aan de teen (teenstuk, stootlap, stuitstuk) [N 60 (1973)] III-1-3
tegelsnijder knipscheer: knepšī.r (Bleijerheide), tegelsnijder: tējǝlšniǝr (Bleijerheide) Werktuig waarmee tegels gesneden kunnen worden. Er zijn verschillende modellen en uitvoeringen. De 'tegelsnijbeugel' bestaat uit een u-vormig gebogen metalen staaf waarbij aan één uiteinde een rubberen aandrukwiel en aan het andere een hardstalen wieltje is aangebracht. Met behulp van het snijwieltje wordt de glazuurlaag van de tegel ingekerfd. Bij de 'tegelsnijmachine' wordt het snijwieltje met behulp van een hefboom tegen de glazuurlaag van de tegel gedrukt. [N 32, 42a] II-9
tegeltang pitstang: petš`tsaŋ (Bleijerheide) Tang waarmee kleine stukjes van een tegel geknipt kunnen worden. De tegeltang lijkt op een nijptang maar heeft smallere bekken en langere benen. [N 32, 42b] II-9
tegelzetter tegelzetter: tējǝlzɛtsǝr (Bleijerheide) Arbeider die in een bouwwerk de vloer- en muurtegels plaatst. [N 32, 41d; N 30, 3e] II-9
tegen de draad in schaven tegen de draad hobeln: tjē̜n dǝr drǭt˱ hubǝlǝ (Bleijerheide) Tegen de richting van de houtvezels schaven. [N 53, 115] II-12
tegen de draad inschuren tegen de draad schuren: tējǝ dǝr drǫat šūrǝ (Bleijerheide) Het hout tegen de richting van de houtvezels schuren. [N 53, 155f] II-12
tegencilinder jegencilinder: jēǝntsilindǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), tjēǝntsilindǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), tegencilinder: tēǝjǝtsilindǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]) De tegencilinder van de schudgootmotor. De invuller uit Q 15 merkt daarover op dat de tegencilinder alleen een luchtinlaat had. De lucht werd dus gecomprimeerd bij de optrekkende slag van de motor en gaf tegendruk om het geheel weer in de beginstand te brengen wanneer de motor de neergaande slag maakte. Soms werd een tegenmotor gebruikt als tegencilinder. De opgaven "bletser" van dezelfde respondent is terug te voeren op het feit dat zo''n tegencilinder een keffend geluid maakte. [N 95, 629; N 95, 613] II-5
tegengewichten gewichter: jǝwiǝtǝr (Bleijerheide) De twee tegengewichten die in het kokergat van een schuifraam hangen en dienen om het openen van het onderraam te vergemakkelijken. [N 55, 49e] II-9
tekenaar meesterknecht: mēstǝrknɛ̄ǝt (Bleijerheide) De persoon die de werktekeningen maakt. [N 53, 205c] II-12