e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

Gevonden: 4871
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dochter dochter: doater (Bleijerheide), doatër (Bleijerheide) dochter [DC 03 (1934)] III-2-2
dode lijk: liech (Bleijerheide, ... ) lijk III-2-2
doden kapotmaken: kapot māxǝ (Bleijerheide), slachten: šlaxtǝ (Bleijerheide) De in dit lemma opgenomen gegevens duiden op het doden in het algemeen. De woordtypen kunnen betrekking hebben op zowel het doden van een varken als van een rund. Een bij de opgave eventueel bijgevoegd object ''varken'', ''rund'', ''koe'', ''beest''is niet in het woordtype opgenomen. De opgaven die wijzen op een doden door slaan met een hamer zijn ondergebracht in het lemma ''verdoven'', omdat het slachtdier in de regel door de slag eerst verdoofd raakte. Hierna kon het gemakkelijk gedood worden door steken of snijden. [N 28, 11a; N 28, 11b; N 28, 12 a; monogr.] II-1
doffer, mannelijke duif vogel: voeë’jel (Bleijerheide) duif, mannetje, doffer III-4-1
doldraaien doof zijn: dōf ˲ziǝ (Bleijerheide) Gezegd van een schroef die doordraait in het hout zonder zich met de schroefdraad vast te hechten. Dit kan worden veroorzaakt door het feit dat de schroefdraad versleten is of omdat het schroefgat te wijd geworden is. [N 53, 153d] II-12
dom dom: dom (Bleijerheide) dom III-1-4
domme man domme, een -: dom’me (Bleijerheide), dromedrikus: inne dreumedriekkes (Bleijerheide), duppen: dup’pe (Bleijerheide), duppenschurger: dup’pesjurjer (Bleijerheide), kalfskop: kaofs’kop (Bleijerheide), kchen-willem (< du.): Inne kuuchewillem (Bleijerheide), potuil: lomperd Dat is inne pot¯ül van inne keël  pot’ül (Bleijerheide), schaapsdemel: sjoafs’deëmel (Bleijerheide) dommerik || domoor || domoor, domkop || een domoor || een sufferd III-1-4
domme vrouw domme schotel: verklw. sjuttelsje Dat is ing dom sjót¯tel: dat is een domme vrouw  sjót’tel (Bleijerheide) domme vrouw III-1-4
donderbeestje donderdiertje: don’derdeersje (Bleijerheide), zweetwormpje: sjwees’wurmsje (Bleijerheide) donderbeestje III-4-2
donderen donderen: dondere (Bleijerheide) donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4