18784 |
franje |
franje:
franeje (Q121c Bleijerheide),
franǝjǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Hoe noemt U een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden (franje?)? [N 62 (1973)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.]
II-7, III-1-3
|
30981 |
franse hak |
hoge absatz:
hūgǝ absats (Q121c Bleijerheide),
louis-xv-absatz:
louis-XV-absatz (Q121c Bleijerheide)
|
Een bijzonder model hak, ongeveer 7 cm hoog, zo breed als een gulden en sierlijk van lijn. Zie afb. 34. [N 60, 126b; N 60, 126d]
II-10
|
18460 |
franse hak [wld ii.10, p. 37] |
hoge absatz (du.):
hoege absats (Q121c Bleijerheide),
louis xv-absatz (<du.):
Louis XV absats (Q121c Bleijerheide)
|
Een bijzonder model hak, halfhoog d.w.z. ongeveer 7 cm, zo breed als een gulden en sierlijk van lijn? (franse hak? [N 60 (1973)] || Welke andere benamingen voor hakken kent u verder? Hoe zien ze eruit? (platte of engelse hak? wener hak? lodewiekijnhak? steekhak? staarthak? [N 60 (1973)]
III-1-3
|
32821 |
frees |
frees/fraise (fr.):
frē̜s (Q121c Bleijerheide)
|
Een modern akkerwerktuig waarvan de aan-gedreven as voorzien is van een reeks messen, haken of tanden die in de grond hakken en deze fijn maken. [N 11, 72 add.; N 11A, 169b; N J, 10; div.; monogr.]
I-2
|
31875 |
freesmachine |
freesmachine:
frē̜smašiŋ (Q121c Bleijerheide)
|
Machine, bestaande uit een metalen frame waarop een verticale as is aangebracht die voorzien is van een aantal beiteltjes. Met de freesmachine kunnen inkervingen in het hout worden aangebracht. Ze wordt ook gebruikt om bepaalde profielen in het hout aan te brengen en is dan vaak de vervanger van de profielschaven. Zie ook afb. 56. [N 53, 86a; monogr.]
II-12
|
24315 |
fret |
fret:
fret (Q121c Bleijerheide)
|
fret
III-4-2
|
31876 |
frezen |
frezen:
frē̜zǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Het hout met behulp van de freesmachine bewerken. [N 53, 109a; monogr.]
II-12
|
31877 |
frezer |
frezer:
frē̜sǝr (Q121c Bleijerheide)
|
De man die de freesmachnie bedient. [N 53, 175c]
II-12
|
27684 |
frisdrankenhuisje |
melkboede:
melxbūt (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
melksboede:
melǝxsbūt (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Eisden])
|
Gebouwtje waar melk, limonade, haringen, sigaretten, sprits en pruimtabak te koop zijn. [N 95, 6 add.; N 95A, 15]
II-5
|
33483 |
fruit, afgevallen |
vol-obst:
val’obs (Q121c Bleijerheide),
windslag:
wink’sjlaag (Q121c Bleijerheide)
|
fruit, afgevallen —
I-7
|