18348 |
ijzertje onder een schoen |
hoefijzer:
hof-iezere (Q121c Bleijerheide),
hofiezer (Q121c Bleijerheide),
tipijzer:
tip-iezere (Q121c Bleijerheide)
|
Deze ijzertjes (tip?) [N 60 (1973)] || Het achterste gedeelte van de hak waar men wel ijzertjes opzette? (tip?) [N 60 (1973)] || ijzertje onder de schoen [blakei] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
25158 |
ijzig |
ijzig:
ie⁄zieg (Q121c Bleijerheide)
|
ijzig
III-4-4
|
28967 |
in de lucht naaien |
in gen locht naaien:
e jǝn luǝt niǝnǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Zonder de steun van de knieën naaien. Dit is slecht voor lendenen en rug. [N 59, 71b]
II-7
|
20684 |
in de schil gekookte aardappelen |
zwelmannetjeren:
sjwelmensjere (Q121c Bleijerheide),
Op Kaarvrieddieg ose vöal lü sjwelmensjere mit herrek
sjwel’mensjere (Q121c Bleijerheide)
|
in de schil gekookt aardappeltje || In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19449 |
in de tuin werken |
buttelen:
bøtələ (Q121c Bleijerheide)
|
licht tuinwerk doen
III-2-1
|
32162 |
in de was zetten |
bohnern:
bōnǝrǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Het hout van meubels met was inwrijven. [N 56, 59a; monogr.]
II-12
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
zich aangeven:
ziech aa’jeëve (Q121c Bleijerheide)
|
in ondertrouw gaan
III-2-2
|
18525 |
in stof geplaatste zak |
biljettasje:
biljet-tâsje (Q121c Bleijerheide)
|
een in de stof geplaatste zak [N 59 (1973)]
III-1-3
|
27867 |
inbraak, stopmijnen |
inbrok:
ebrox (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Laura, Julia])
|
De schietgaten die in het midden van het schietfront liggen. De schoten worden dusdanig geplaatst dat uit het front een wigvormig stuk wordt geschoten om de werking van de latere schoten te vergemakkelijken. [N 95, 800; N 95, 431; N 95, 435; monogr.; Vwo 170, Vwo 393; Vwo 752]
II-5
|
31069 |
inbranden |
polieren:
polīrǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Het aanbrengen van de was met een warm polijstinstrument. Na het likken of aftrekken worden hak en kanten ingebrand. Dit gebeurt niet om deze alleen maar glimmend te maken maar ook om ze hechter en beter bestand te maken tegen de invloeden van vocht en nattigheid. [N 60, 134c]
II-10
|