24350 |
marter |
maart:
maat (Q121c Bleijerheide)
|
marter
III-4-2
|
30093 |
massieve muur |
vol muurwerk:
vǫl m ̇ūrwęrǝk (Q121c Bleijerheide)
|
Massieve muur zonder spouw. De dikte van buitenmuren die op deze wijze werden opgemetseld, kon anderhalf-, twee- of tweeëneenhalfsteens zijn. Zie ook het lemma 'Tweesteense muur'. Massieve muren isoleerden slecht warmte en geluid. Bovendien waren ze moeilijk waterdicht te maken. Optrekkend vocht ging men tegen door regelmatig een laag asfaltpapier tussen de voegen te leggen. Zie ook het lemma 'Asfaltpapier'. Het woord '(muur)' is fonetisch gedocumenteerd in het lemma 'Muur'. [N 31, 36a]
II-9
|
30554 |
mastiek |
mastiek:
mastik (Q121c Bleijerheide)
|
Gietbare massa voor bitumineuze dakbedekkingen. [N 64, 155c]
II-9
|
28298 |
materiaalwagen |
getuigwagen:
jǝtsyxwān (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Julia]),
munitionswagen:
munǝtsiuǝnswān (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Mijnwagen waarmee gereedschap vervoerd kan worden. Een invuller uit Q 121 merkt over de "getuigwagen" op dat dit een mijnwagen met afsluitbaar deksel was, waarin gereedschap naar de ondergrondse magazijnen werd gestuurd. [N 95, 716; N 95, 677; monogr.]
II-5
|
19393 |
matras |
matras:
matrats (Q121c Bleijerheide)
|
matras
III-2-1
|
18414 |
matrozenpakje |
matrozenanzug (<du.):
idiosyncr.
matroeëze-antsog (Q121c Bleijerheide)
|
matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)]
III-1-3
|
28094 |
mechanische koolwinning |
mechanische afbouw:
mēšanišǝ āfbǫ.w (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
mechanische vorderung:
mēšānišǝ vørdǝruŋ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Manier van koolwinning waarbij de steenkool op mechanische wijze wordt losgemaakt, geladen en getransporteerd. [N 95, 596]
II-5
|
28095 |
mechanische pijler |
hobelstreb:
hōbǝlštrēp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
kolenploegpijler:
koǝlǝploxpajlǝr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
kolenploegstreb:
koǝlǝploxštrēp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
mechanische:
māšānišǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
mechanische streb:
mēšānišǝ štrēp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Laura, Julia]),
ploegstreb:
ploxštrēp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Eisden]),
schaafstreb:
šāfštrēp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Eisden])
|
Pijler waarin een machine zorgt voor het losmaken, laden en transporteren van de kolen. In de mijn van Eisden wordt volgens de invuller uit Q 7 in zo''n mechanische pijler een ploeg of een zaag gebruikt. [N 95, 282; N 95, 596; N 95, 598; monogr.]
II-5
|
18855 |
medelijden |
metlijden:
mit’lieë (Q121c Bleijerheide)
|
medelijden
III-1-4
|
27657 |
medische keuring |
keurung:
kyǝruŋ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits])
|
[N 95, 967]
II-5
|