19278 |
onrustig |
onruhig (< du.):
ónrui’-ieg (Q121c Bleijerheide),
wiebelig:
wieb’belieg (Q121c Bleijerheide)
|
onrustig
III-1-4
|
19279 |
onrustig persoon |
onrust:
ón’ras (Q121c Bleijerheide)
|
onrustig persoon
III-1-4
|
18973 |
onschuldig |
onschuldig:
ónsjul’dieg (Q121c Bleijerheide)
|
onschuldig
III-1-4
|
25175 |
onstuimige lucht |
grillige lucht:
grellige loeët (Q121c Bleijerheide)
|
onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
20814 |
ontbijtkoek, peperkoek |
leverkoek:
Dui. Lebkuchen
lieverkoch (Q121c Bleijerheide),
Verklw. lieverkuchs-je ¯t jieëft nit alle daag lie¯verkóch
lie’verkóch (Q121c Bleijerheide)
|
peperkoek [N 29 (1967)]
III-2-3
|
33711 |
ontginnen |
breken:
brɛ̄xǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Het in cultuur brengen van woeste grond. [N 27, 5; N 11a, 112; monogr.]
I-8
|
27533 |
ontgroening voor ondergrondse mijnwerkers |
kuilstamp:
kulštamp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Gebruik om nieuwe mijnwerkers een panschop tegen het, eventueel blote, achterwerk te houden waartegen dan met een voorhamer werdgeslagen. Volgens de invuller uit Q 121c was het op de Domaniale mijn gebruikelijk om dit bovengronds te doen en wel in het gebouw waar de jonge mijnwerkers mijnwagens schoon moesten maken. De invuller uit Q 112a heeft het gebruik nog gekend tot ongeveer 1960. Het werd toegepast bij nieuwe leden van de Bovon, de beambtenontspanningsvereniging van de Oranje-Nassau III. [N 95 A, 9; monogr.]
II-5
|
28073 |
ontkoold |
deruit:
drūs (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
leeg:
lēǝx (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Gezegd van een pijler waar alle steenkool uit is verwijderd. In dit lemma zijn alleen de termen voor "ontkoold" opgegeven. Voor de benamingen voor "pijler" zie men het lemma Pijler. [N 95, 532; monogr.]
II-5
|
27590 |
ontslag |
kundigung:
køndijuŋ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits])
|
Het ontslaan uit de dienst, al of niet gedwongen. Zie ook de lemmata Ontslag Krijgen en Ontslag Nemen. [N 95, 998; N 95, 999]
II-5
|
27591 |
ontslag krijgen |
(de) papieren krijgen:
papiǝrǝ krīǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Emma]),
de püs krijgen:
dǝr pys krījǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
gekundigd werden:
jǝkøndixt wēǝdǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
gekundigd zijn:
jǝkøndext zīǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
vortgęjaagd werden:
vutjǝjāxt wēǝdǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Wilhelmina])
|
De dienst opgezegd krijgen. In "zijn boek krijgen" wordt met boek het werkboekje bedoeld dat men terugkrijgt als men ergens niet meer werkt (Vanwonterghem pag. 69). Püs in de "de püs krijgen" is een strozak in het bed of een armoedig bed (RhWB VI pag. 1227 s.v. "Püs"). Het woord wordt in deze uitdrukking overdrachtelijk gebruikt. [N 95, 999; N 95, 998; monogr.]
II-5
|