18214 |
ritssluiting |
reissverschluss:
ręjsvǝršlus (Q121c Bleijerheide),
reissverschluss (du.):
reisverschluss (Q121c Bleijerheide)
|
Hoe noemt U een ritssluiting? [N 62 (1973)] || Treksluiting, sluitmiddel voor kleppen van kledingstukken, tassen en dergelijke, bestaande uit twee stroken met metalen klauwtjes die door een verschuifbaar plaatje in elkaar gehaakt worden (Van Dale, pag. 2417). [N 62, 63; MW]
II-7, III-1-3
|
18058 |
rochelen |
rochelen:
röchele (Q121c Bleijerheide)
|
rochelen [klieke, kwalsteren, kwaaieren] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
33478 |
rode aalbes |
miemelen:
miem’mel (Q121c Bleijerheide)
|
aalbes
I-7
|
20655 |
rode kool |
rode kappes:
roeə kappes (Q121c Bleijerheide),
rood gemeus:
roeë jemus (Q121c Bleijerheide)
|
Rode kool (als plant of gewas) [N Q (1966)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)]
I-7, III-2-3
|
31067 |
roefelen |
likken:
lekǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Het bewerken van de hak en de hakrand met behulp van een roefelkei. [N 60, 133b]
II-10
|
31066 |
roefelkei |
liksteen:
lekštę̄ (Q121c Bleijerheide)
|
Een gladde kei of kiezelsteen waarmee men met kracht het zwartsel in het leer wrijft. [N 60, 133a]
II-10
|
30543 |
roeflat |
roede:
roede (Q121c Bleijerheide)
|
Zwaluwstaartvormige lat waarop de roef wordt vastgezet. Zie ook afb. 85a. [N 64, 150b]
II-9
|
34528 |
roep- en lokwoord voor de kip |
jiep, jiep, jiep:
jip, jip, jip (Q121c Bleijerheide)
|
Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.]
I-12
|
34218 |
roep- en lokwoord voor de koe |
kom dè:
kǫm dē̜ (Q121c Bleijerheide)
|
Men roept de koe naast de algemene benamingen koe, muk enzovoorts ook met het noemen van de kleur, b.v. zwarte en met een eigennaam als Lies en Berta. [N C, 16; VC 14, 2a (r]
I-11
|
34379 |
roep- en lokwoord voor een big |
tsie, tsie, tsie:
tsi, tsi, tsi (Q121c Bleijerheide)
|
Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.]
I-12
|