18284 |
rok: algemeen |
rok:
rok (Q121c Bleijerheide, ...
Q121c Bleijerheide),
schorts:
Schürze. [vgl. Herz - hats, rk]
sjots (Q121c Bleijerheide),
Van Dale (DN): Schurz, 1. schort(je), voorschoot; - 2. lendendoek, schort.
sjots (Q121c Bleijerheide)
|
Hoe noemt U in het algemeen een rok? [N 62 (1973)] || vrouwenrok, kledingstuk dat van het middel af naar beneden hangt [rok, schort, schot, malbeusj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19493 |
roken |
pijpen:
Deë pieft ziech ¯t hats aaf
pie’fe (Q121c Bleijerheide),
zwademen:
šwāmə (Q121c Bleijerheide),
Jemuutlieg e tsiejeersje swa¯me
sjwa’me (Q121c Bleijerheide)
|
roken || roken, dampen
III-2-1, III-2-3
|
18567 |
rokkostuum |
frak:
vrak (Q121c Bleijerheide),
kelnerfrak:
kelnerfrack (Q121c Bleijerheide),
schwalbenschwanz (du.):
Van Dale (DN): schwalbenschwanz, 1. zwaluwstaart; - 2. zwaluwstaart, pandjesjas; - 3. slip, pand (v.e. pandjesjas).
schwalbenschwanz (Q121c Bleijerheide)
|
het rok-costuum [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18318 |
rokkussentje |
queue (<fr.):
keu (Q121c Bleijerheide)
|
kussentje waarmee men de rok naar achteren doet uitbollen [keu, keuje, vronk] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
29077 |
roksplit |
schlitz:
šlets (Q121c Bleijerheide)
|
Split in de rok. [N 62, 41a]
II-7
|
18426 |
roksplit [wld ii.7, p.87] |
schlitz (du.):
sjits (Q121c Bleijerheide)
|
Hoe noemt U: een split in de rok [N 62 (1973)]
III-1-3
|
31972 |
rolbandmeter |
ijzeren bandmaat:
īzǝrǝ bantmǫas (Q121c Bleijerheide)
|
Meetlint, bestaande uit een stalen band van twee tot vijf meter lang, die opgerold is gemonteerd in een omhulsel van staal of kunststof. Meestal is het mechanisme voorzien van een veer, die de uitgetrokken band automatisch weer oprolt in het huis. Zie ook afb. 100. [N 53, 186b; monogr.]
II-12
|
19800 |
rolgordijn |
rollo (d.):
roͅlo (Q121c Bleijerheide)
|
rolgordijn
III-2-1
|
32834 |
rollen |
wellen:
wɛlǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Het land bewerken met de rol, met de rol over het land gaan. In dit lemma zijn ook enige termen ondergebracht, die het rollen met een bepaald doel, resp. een tweetal manieren van rollen naar de richting betreffen. Voor het (...)-gedeelte van de varianten daarvan zij verwezen naar het simplex wellen aan het be-gin. [JG 1a + 1b; N 11, 87; N 11A, 187a + b + c + 189a; N P, 20 add.; monogr.]
I-2
|
21647 |
rolletje munten |
cahot (<fr.):
kahot (Q121c Bleijerheide)
|
rolletje centen of kwartjes of andere munten [knappert, lok?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|