| 28196 |
stiklucht |
stikloft:
šteklof (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Een mengsel van stikstof en koolzuurgas. [N 95, 231; monogr.]
II-5
|
| 28894 |
stikmachine |
naaimachine:
niǝnmašiŋ (Q121c Bleijerheide),
stikmachine:
štekmašiŋ (Q121c Bleijerheide)
|
De machine waarmee men het stikwerk verricht. "Het stikken gebeurt tegenwoordig met uitzondering van het zware waterwerk, dat met de hand wordt gestikt, met een machine, in hoofdzaak van het zelfde model als de gewone naaimachine, alleen zwaarder gebouwd." (Directie, pag. 299). Een linkse-arm-machine duidt op het feit de de arm van de machine in dit geval links van de werkende persoon staat, hetgeen het werken zeer ten goede komt, omdat hierdoor hand noch oog gehinderd worden (zie Knöfel I, pag. 258). [N 60, 63; N 60, 237]
II-10
|
| 28975 |
stiksteek |
hindersteek:
heŋǝrštex (Q121c Bleijerheide),
machinesteek:
mašiŋštik (Q121c Bleijerheide)
|
Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46]
II-7
|
| 34018 |
stilstaan |
hu(j):
hȳ (Q121c Bleijerheide)
|
Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.]
I-10
|
| 24565 |
stinkende gouwe |
wratselenkruid:
vrat’selekroed (Q121c Bleijerheide)
|
wrattenkruid, stinkende gouwe
III-4-3
|
| 31693 |
stobbe |
storkel:
štorkǝl (Q121c Bleijerheide),
vot:
vot (Q121c Bleijerheide)
|
Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.]
II-12
|
| 19708 |
stoel |
stoel:
štōl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
mv. ßt”l
štōl (Q121c Bleijerheide)
|
Console waarop de draagrollen van een transportband zijn bevestigd. [N 95, 637; N 95, 641] || stoel
II-5, III-2-1
|
| 19857 |
stoep, trottoir |
sprong:
šproŋk (Q121c Bleijerheide)
|
stoep
III-2-1
|
| 18775 |
stof |
stof:
štōf (Q121c Bleijerheide),
stub:
sjtub (Q121c Bleijerheide)
|
Benamingen voor stof in het algemeen. [N 62, 71a; MW] || stof
II-7, III-2-1
|
| 19430 |
stof afnemen |
afstubben:
āfštøbə (Q121c Bleijerheide),
stubben:
štøbə (Q121c Bleijerheide)
|
(af)stoffen || afstoffen, stof afnemen
III-2-1
|