id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
28196 | stiklucht | stikloft: šteklof (Bleijerheide [(Domaniale)] [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) | Een mengsel van stikstof en koolzuurgas. [N 95, 231; monogr.] II-5 |
28894 | stikmachine | naaimachine: niǝnmašiŋ (Bleijerheide), stikmachine: štekmašiŋ (Bleijerheide) | De machine waarmee men het stikwerk verricht. "Het stikken gebeurt tegenwoordig met uitzondering van het zware waterwerk, dat met de hand wordt gestikt, met een machine, in hoofdzaak van het zelfde model als de gewone naaimachine, alleen zwaarder gebouwd." (Directie, pag. 299). Een linkse-arm-machine duidt op het feit de de arm van de machine in dit geval links van de werkende persoon staat, hetgeen het werken zeer ten goede komt, omdat hierdoor hand noch oog gehinderd worden (zie Kn√∂fel I, pag. 258). [N 60, 63; N 60, 237] II-10 |
28975 | stiksteek | hindersteek: heŋǝrštex (Bleijerheide), machinesteek: mašiŋštik (Bleijerheide) | Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46] II-7 |
34018 | stilstaan | hu(j): hȳ (Bleijerheide) | Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10 |
24565 | stinkende gouwe | wratselenkruid: vrat’selekroed (Bleijerheide) | wrattenkruid, stinkende gouwe III-4-3 |
31693 | stobbe | storkel: štorkǝl (Bleijerheide), vot: vot (Bleijerheide) | Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.] II-12 |
19708 | stoel | stoel: štōl (Bleijerheide [(Domaniale)] [Maurits]), mv. ßt”l štōl (Bleijerheide) | Console waarop de draagrollen van een transportband zijn bevestigd. [N 95, 637; N 95, 641] || stoel II-5, III-2-1 |
19857 | stoep, trottoir | sprong: šproŋk (Bleijerheide) | stoep III-2-1 |
18775 | stof | stof: štōf (Bleijerheide), stub: sjtub (Bleijerheide) | Benamingen voor stof in het algemeen. [N 62, 71a; MW] || stof II-7, III-2-1 |
19430 | stof afnemen | afstubben: āfštøbə (Bleijerheide), stubben: štøbə (Bleijerheide) | (af)stoffen || afstoffen, stof afnemen III-2-1 |