e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuinhuisje laube (d.): lau̯p (Bleijerheide) priëel III-2-1
tuinkervel kervel: ker’vel (Bleijerheide) kervel I-7
tuinmuur vakwerkmuur: vakwęrǝkm ̇ūr (Bleijerheide) Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d] II-9
tuinwant doornhaas: doorheusje (Bleijerheide) wanten, dikke, vaak leren ~, om in doornheggen te werken [tuunen, tuinheisje, döörheusje] [N 23 (1964)] III-1-3
tuit snuit: sjnüüts (Bleijerheide) tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)] III-2-1
tulband radong: soort taart  radong’ (Bleijerheide) tulband III-2-3
tule tule: tyl (Bleijerheide) Doorzichtig garenweefsel met fijne mazen, met of zonder patroon. [N 62, 82; N 62, 81b; N 59, 201; Gi 1.IV, 57; MW; monogr.] II-7
tulp tulp: toelp (Bleijerheide) tulp III-2-1
tunnelondersteuning tunnelbouw: tunǝlbǫ.w (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Ondersteuning, bestaande uit twee ongeveer 4 m lange stijlen waarvan de bovenste helft gebogen is met een straal van 1.50 m. De gebogen einden van de stijlen worden met een paar zware lasplaten en bouten aan elkaar verbonden. De tunnelondersteuning wordt toegepast op plaatsen waar de gewone jukondersteuning niet toereikend is. [N 95, 342] II-5
tussenbeenlengte - bij broeken schredelengte: šretlęŋdǝ (Bleijerheide) Maat genomen van het kruis tot de grond. Zie afb. 29. [N 59, 47b] II-7