28217 |
dynamo |
dynamo:
dynamo (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Eisden])
|
De kleine dynamo die gekoppeld is aan een door perslucht aangedreven turbine en de benodigde elektrische stroom levert voor de persluchtlamp. [N 95, 259]
II-5
|
20394 |
echtgenoot |
ehemann (du.):
ieë’man (Q121c Bleijerheide)
|
echtgenoot
III-2-2
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
eech’höarsje (Q121c Bleijerheide)
|
eekhoorntje
III-4-2
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
kwert:
kwä:et (Q121c Bleijerheide)
|
eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
31915 |
een beitel slijpen |
slijpen:
šlīfǝ (Q121c Bleijerheide)
|
De beitelsnede scherp maken met behulp van de slijpsteen. [N 53, 48a; N 53, 110; monogr.]
II-12
|
31917 |
een beitel wetten |
de draad afslijpen:
dǝr drǫat˱ āfšlīfǝ (Q121c Bleijerheide)
|
De kleine oneffenheden die bij het slijpen zijn gevormd op de snede van de beitel met behulp van een wetsteen verwijderen. Zie ook afb. 72. [N 53, 48b]
II-12
|
29084 |
een bochel inwerken |
meer stof toegeven en dresseren:
mīǝ štof tsǫwgē̜vǝ ęn dręsīrǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Een bochel in een jas werken door middel van het knippen van het patroon of door strijken of persen. [N 59, 89]
II-7
|
31054 |
een boogje breken |
rondbreken:
roŋkbręxǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Het schrapglas in gebogen vorm breken, zodat men daarmee de zool kan schrappen. [N 60, 119c]
II-10
|
31696 |
een boom omhakken |
vellen:
vɛlǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Een boom met behulp van een bijl omhakken. Zie ook het volgende lemma. [N 50, 10a; N 75, 113a; monogr.]
II-12
|
30892 |
een borstel aanzetten |
borstel aanzetten:
bøštǝl āzɛtsǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Het aan de pekdraad bevestigen van een varkensborstel. Men splijt daarbij het varkenshaar gedeeltelijk en draait de twee spliteindjes kruislings om het spitse uiteinde van de pekdraad en zet de borsteleindjes vast in een gaatje in de pekdraad. [N 60, 198b]
II-10
|