34526 |
eieren uithalen |
rapen:
rāpǝ (L269p Blerick)
|
De gelegde eieren uit het nest halen of oprapen. In dit lemma is een opgegeven object ei of eieren niet gedocumenteerd. Voor een fonetische documentatie van "ei" zie het lemma EI (5.11.2). [N 19, 35]
I-12
|
20526 |
eierkoek |
cake:
cake (L269p Blerick),
eierkoek:
eierkook (L269p Blerick)
|
eierkoek; Hoe noemt U: Een zachte koek gebakken van fijn deeg, waarin eieren zijn gekneed (eierkoek, eierstruif, flets) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22738 |
eiertikken |
eieren tikken:
niet zeker of dit een dialectwoord is
eiertikken (L269p Blerick),
eitje tikken:
eiketikke (L269p Blerick),
knutsen:
knutsen (L269p Blerick),
tippen:
niet zeker of dit een dialectwoord is, tenminste eieren is het niet
eieren} tippen (L269p Blerick)
|
Het spelletje waarbij men probeert met een hardgekookt ei het ei van de tegenstander kapot te tikken [(eier)tikken, kippen, knutsen]. [N 88 (1982)] || spelletjes met eieren [VC 29 (1964)]
III-3-2
|
21780 |
eigendom |
eigendom:
eigendom (L269p Blerick),
eigendôm (L269p Blerick),
miene eigendom (L269p Blerick)
|
de omstandigheid dat een zaak iemand toebehoort; het recht iets zijn eigen te noemen [eigendom, maagschap] [N 89 (1982)] || Noem het (dialect)woord voor: datgene wat je bezit, wat van u is? [eigendom] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
21887 |
eigendomsbewijs |
bewijs van eigendom:
bewies van eigendôm (L269p Blerick)
|
het bewijs dat iets iemands eigendom is [vest] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
19329 |
eigenwijs |
eigenwijs:
eigewies (L269p Blerick)
|
eigenwijs; .... jullie maar niet zo eigenwijs geweest! [DC 45 (1970)]
III-1-4
|
24478 |
eik |
beuk:
-
beuk (L269p Blerick),
eik:
-
eik (L269p Blerick),
eikenboom:
ɛi̯kəmboͅu̯m (L269p Blerick),
-
eikebaum (L269p Blerick),
eikembaum (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
eik [DC 04 (1936)], [RND] || eik (Quercus robur) [DC 39 (1965)]
III-4-3
|
24479 |
eikel |
eikel:
ɛi̯kəls (L269p Blerick),
-
eikels (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick)
|
eikels [RND] || eikels zoeken [DC 04 (1936)]
III-4-3
|
21755 |
eis van de aanklager |
boete:
boete (L269p Blerick),
eis:
eis (L269p Blerick),
straf:
straf (L269p Blerick)
|
de eis van de aanklager over de op te leggen straf [ticht] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24142 |
ekster |
egerst:
aegerst (L269p Blerick),
êgerst (L269p Blerick),
ekster:
ekster (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
ekster [SGV (1914)] || ekster (46 overal bekende zwart-witte vogel met lange flodderstaart; broedt in grote stevige takkennesten hoog in hoge bomen (populieren vaak tam gemaakt [N 09 (1961)] || Hoe heet de ekster? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|