e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijsbaan slidderbaan: slidderbaan (Blerick, ... ) Kinderen maken op de sneeuw of het ijs wel een gladde baan, door er telkens en achter elkaar overheen te glijden. Hoe noemt men deze baan in uw dialect? [DC 44 (1969)] III-3-2
ijsberen drentelen: drentele (Blerick, ... ), drintele (Blerick) lopen: zenuwachtig heen en weer lopen [drentele] [N 10 (1961)] III-1-2
ijsmuts ijsmuts: iesmuts (Blerick) ijsmuts [N 25 (1964)] III-1-3
ijspegel ijspegel: iêspegels (mv.) (Blerick), iëspaegel (mv.) (Blerick), ijspik: ĭĕspĕĕke (mv.) (Blerick) ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: iessel (Blerick, ... ) ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzelen ijzelen: iessele (Blerick, ... ), iezele (Blerick), iezelen (Blerick), iiezelen (Blerick) ijzelen [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
ijzeren drevels, deuvels ijzeren pinnen: ī.zǝrǝ pen (Blerick) De tweepuntige stalen nagels waarmee de verschillende bodemplanken met elkaar verbonden worden. [N E, 38c] II-12
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Blerick), hooigaffel: [hooi]gafǝl (Blerick), hooivork: [hooi]vǫrǝk (Blerick) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzeren haak aan de puthaak schephaak: sxeͅphōͅk (Blerick) [N 12 (1961)] I-7
ijzeren pin waarmee men het slachtvee verdooft pin: pen (Blerick) De woordtypen in dit lemma kunnen op verschillende zaken duiden. Men kan ermee bedoelen de ijzeren pin die uit het schietmasker gedreven wordt of de pin die op een hamer waarmee men het dier op de kop slaat, is bevestigd, of de pin van het penapparaat. Dit laatste werktuig is een voorloper van het penschietmasker. Zie ook de toelichting bij het lemma ''schietmasker''. [N 28, 5b; N 28, 5d; monogr.] II-1