20252 |
in verwachting zijn |
groot gaan:
groét gaon (L269p Blerick),
groët gaon (L269p Blerick)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
21856 |
in voorraad |
voorraad hebben:
veurraod höbbe (L269p Blerick)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18037 |
indigestie (hebben) |
te veel gegeten:
te vuul geraete (L269p Blerick)
|
Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17982 |
ingebeelde ziekte |
aanstellen:
aanstellen? (L269p Blerick)
|
Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18849 |
ingetogen |
modest:
modest (L269p Blerick)
|
ingetogen [SGV (1914)]
III-1-4
|
17701 |
ingewanden |
darmen:
dērm (L269p Blerick),
ingewanden:
ingewande (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
ingewanden (L269p Blerick)
|
ingewanden [N 10a (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
25434 |
ingewanden verwijderen |
lostrekken:
lostrękǝ (L269p Blerick)
|
Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden (maag, darmen e.d.) verwijdert. Om het dier lichter te maken en het dus gemakkelijker te kunnen ophijsen, gebeurde dit bij een rund vroeger - voordat het gebruik van katrollen e.d. meer algemeen werd - terwijl het dier nog op de burrie lag. Een bij het woordtype genoemd object wordt niet fonetisch gedocumenteerd. Zie voor deze varianten van ''darmen'', ''pens'' e.d. het lemma ''ingewanden van geslacht vee''. [N 28, 59; monogr.]
II-1
|
33017 |
ingezaaid land |
klaar:
klǭr (L269p Blerick),
toe:
tu (L269p Blerick)
|
Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.]
I-4
|
17909 |
ingieten (met geluid) |
spetteren:
spettere (L269p Blerick)
|
gieten: Met een zeker geluid water ergens in gieten (patten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24960 |
inham |
inham:
inham (L269p Blerick)
|
inham, in het land inspringend gedeelte van een zee, meer of riveri [inpamp] [N 81 (1980)]
III-4-4
|