e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jaloers jaloers: jaloersch (Blerick) jaloersch [SGV (1914)] III-1-4
jam jam: sjem (Blerick, ... ) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3
jammer jammer: het is jaomer (Blerick), ut is jaomer (Blerick), ⁄t is jao:mer (Blerick, ... ), ⁄t is jaomer (Blerick), zonde: het is zu‧n (Blerick), ut is zund (Blerick) jammer [zund] [N 07 (1961)] III-1-4
janken joenken: joenke (Blerick, ... ) Hoe noemt u een klagelijk hoog geluid voortbrengen, maar minder luid dan bij 018c (jonkelen, janken, kajiten, kajankelen, jammen) [N 83 (1981)] III-2-1
janplezier bankwagen: bankwage (Blerick), janplezier: janplezeer (Blerick), janplǝzēr (Blerick) een grote open wagen met dwarsbanken [bankwagen, sjarban, jan-plezier] [N 90 (1982)] || Vierwielig rijtuig met zes tot acht banken voor een groot gezelschap. De koetsier heeft een aparte bok [N 17, 5; N 101, 12; N G, 51] I-13, III-3-1
jarig zijn jarig zijn: hē is jurig (Blerick), hä is jö:rig (Blerick), hê is jö:rig (Blerick), is ... jeurig (Blerick), jeurig zien (Blerick, ... ) Hij is in juli jarig, maar de datum ... ik vergeten. [DC 45 (1970)] || Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] || Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)] III-3-2
jarretelle jarretelle (fr.): jarretels (Blerick, ... ) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3
jas: algemeen frak: frak (Blerick), jas: jas (Blerick, ... ), jass (Blerick), jes (Blerick), jàs (Blerick) jas [SGV (1914)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] || jassen (mv.) [SGV (1914)] || Zijn jas is helemaal vaal, op die van mij zitten vale plekken [DC 42B (1967)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jeske (Blerick, ... ), manteltje: mentelke (Blerick) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het zwarte pak jas: jas (Blerick) jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)] III-1-3