e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerkdeur grote kerkdeur: groete kerkdeur (Blerick) De grote deur, de hoofdingang van de kerk [lijkdeur, kerkdeur, kirchduër]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkhof kerkhof: kerkhaof (Blerick, ... ), kerkhoof (Blerick), kerkhòòf (Blerick), kèrkhaof (Blerick), kèrkhò.f (Blerick) Kerkhof [kirkuf, doeje kirkuf]. [N 06 (1960)] III-3-3
kerkklok luiklok: luujklok (Blerick) Een klok, luiklok [bimmel, bom?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkklokken klokken: klokke (Blerick) De klokken meervoud. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkplein kerkplein: kerkplein (Blerick) Het plein vóór de kerk [kerkplaats, kerkplein, plei]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkportaal portaal (<oudfr.): portaol (Blerick) Het portaal van de kerk [kerkhal]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkraam kerkraam: kerkraam (Blerick) Een kerkraam. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkramen kerkramen: kerkrame (Blerick) De kerkramen meervoud. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkstoel kerkstoel: kerksteul (Blerick) Kerkstoelen, de stoelen (met of zonder opklapbare zitting) waarop men zowel kan knielen als zitten [kerksteul, -stoele?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerktoren kerktoren: kerktore (Blerick) De toren van de kerk, waarin zich de klokken bevinden [kèrktaore, -taon, -toer, klokketoren?]. [N 96A (1989)] III-3-3