e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koolrabisoep reubensoep: Syst. WBD  reubesoep (Blerick) Rapensoep (reubesop) [N 16 (1962)] III-2-3
koolwitje koolwitje: koolwitje (Blerick), koëlwitje (Blerick), vlinder: vlinder (Blerick) koolwitje [DC 18 (1950)] III-4-2
kooplustig koopachtig: kaoupechtig (Blerick) graag kopend, kooplustig [greeg, koopachtig] [N 89 (1982)] III-3-1
koopwaar koopwaar: kaupwaar (Blerick), waar: waar (Blerick) die goederen die gekocht en verkocht kunnen worden [waar, koopwaar, spul, marchandise, kramerij, artikel] [N 89 (1982)] || waar (goede ~) [SGV (1914)] III-3-1
koor koor: koar (Blerick) koor [SGV (1914)] III-3-3
koorbank koorbank: koerbank (Blerick) Een koorbank: bank in het koorgestoelte. [N 96A (1989)] III-3-3
koorgestoelte koorbanken: koerbanke (Blerick) Het koorgestoelte: het geheel van zitplaatsen op/in het koor, meestal bestaande uit oplopende banken, bestemd voor monniken of kanunniken. [N 96A (1989)] III-3-3
koorstoel koorstoel: koerstool (Blerick) Een koorstal of koorstoel: zetel of zitplaats in een koorbank van het koorge-stoelte. [N 96A (1989)] III-3-3
koorts koorts: koors (Blerick), kô.rs (Blerick) koorts [RND], [SGV (1914)] III-1-2
koot koot: koǝt (Blerick) Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16] I-9