e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liegen liegen: leege (Blerick) liegen [SGV (1914)] III-3-1
liegen (kaartspel) liegen: leege (Blerick) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
lies lies: lees (Blerick, ... ), lies (Blerick), lieze (Blerick) lies [SGV (1914)] || lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] III-1-1
lieveheersbeestje lieveherebeestje: levehierebiesje (Blerick), oliebeestje: oaliebiesje (Blerick), oliebiesje (Blerick) lieveheersbeestje [DC 49 (1974)], [Roukens 03 (1937)] III-4-2
liggen liggen: ligge (Blerick) liggen [SGV (1914)] III-1-2
liguster liguster: liguster (Blerick) De liguster; een struik van 1-4 m hoogte met grauwe opgerichte takken, heeft witte bloemen en zware kogelvormige erwt-grote bessen; zeer bekend als haagplant (merekenspalm, theeboom, mondhout, heggesering). [N 82 (1981)] III-4-3
lijfbieden, prolapsus vaginae (de) koningskop laten zien: (de koe) lyt dǝ kø̄neŋskop zēn (Blerick), het rood laten zien: (de koe) lyt ǝt rut zēn (Blerick), rooien: rōi̯ǝ (Blerick) Het uitzakken van de bovenrand van de schede, die dan vooral bij liggende dieren buiten de schaamlippen te voorschijn komt als een roze bal, die meestal gauw min of meer ontstoken raakt. Een prolapsus vaginae ontstaat wanneer er een verslapping optreedt in het weefsel dat de vagina vasthoudt in het bekken. [N 3A, 97; N 52, 30a; A 48A, 44a] I-11
lijkbidder aanzegger: aonzegger (Blerick), dodenbidder: doëjebaejer (Blerick), doodsbidder: doedsbaejer (Blerick), lijkbidder: zijn aanzeggers  lijkbidders (Blerick), lijkenbidder: liekebèjers (Blerick) het overlijden aanzeggen; wat is de benaming voor de persoon die dat deed? [VC 30 (1964)] || lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)] III-2-2
lijkstro lijkstro: van het bed op het stroe  līēkstroe (Blerick) lijkstroo; Hoe noemt men dit lijkstroo (schoofstroo, reeuwstroo, enz.). Zij er bepaalde uitdrukkingen die hiermee verband houden (bv. hij komt van het bed op het stroo) [VC 03 (1937)] III-2-2
lijn waar het spel begint streep: streep (Blerick, ... ) De lijn waar bepaalde spelen beginnen [meet, mark, schreef, schram, erke, aanbrak, ambrok, lambrak, doodmeet]. [N 88 (1982)] III-3-2