e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
muilband reep: ręjp (Blerick) Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.] II-11
muilkorf voor kalveren muntel: møŋkǝl (Blerick) De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e] I-11
muilpeer muilpeer: moelpêr (Blerick) muilpeer, slag op de kaak [SGV (1914)] III-1-2
muiltje instapper: insteppers (Blerick), muiltje: muulke (Blerick), muulkes (Blerick, ... ), slof: sloef (Blerick), slōffe (Blerick) Hoe noemt men de muilen? [DC 09 (1940)] || Muiltje. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men die zonder achterkant? [DC 44 (1969)] || muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)] III-1-3
muis muis: moes (Blerick), mōēs (Blerick) muis [DC 35 (1963)], [SGV (1914)] III-4-2
muis (mv.) muis (mv.): muus (Blerick) muizen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
muis van de hand muis: moes (Blerick), moes van de hank (Blerick), muisje: muuske (Blerick) muis van de hand (het onderste, vlezige deel van de duim) [N 10 (1961)] III-1-1
muizen muizen: moeze (Blerick, ... ), moêze (Blerick) Hoe noemt u jacht maken op muizen, gezegd van de kat (muizen) [N 83 (1981)] || muizen (ww) [SGV (1914)] III-2-1
mulle grond melm: mɛlm (Blerick), mol: mol (Blerick) Droge losse grond, zonder kluiten. [N 27, 37a; monogr.] I-8
muntig schaap gust schaap: gø̜s sxǭp (Blerick) Schaap dat eenmaal gelamd heeft en dan onvruchtbaar blijft. [N 19, 66] I-12