18544 |
pofbroek |
drollenvanger:
drollenvenger (L269p Blerick),
pofboks:
poefboks (L269p Blerick),
poefbôks (L269p Blerick)
|
plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21078 |
poffen |
poffen:
poeffe (L269p Blerick)
|
afbetaling, Op ~, op de pof kopen [poffen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18420 |
pofmouw |
pofmouw:
poefmouw (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
pofmouwtje:
pofmōēke (L269p Blerick)
|
pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18052 |
pokdalig |
mottig:
mottig-e (L269p Blerick),
mōttig (L269p Blerick)
|
pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19418 |
poken |
rakelen:
reukele (L269p Blerick),
rōͅkələ (L269p Blerick)
|
Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)] || poken [SGV (1914)]
III-2-1
|
21437 |
politieagent |
agent:
agent (L269p Blerick),
blauwe politie (<lat.):
Blauwe pelisie (L269p Blerick),
politie (<lat.):
pliessie (L269p Blerick),
plisie (L269p Blerick),
politie (L269p Blerick),
wout:
vgl. Bakkes (t.v., 2005), Riek van Klank, hfst. 4.2
wout (L269p Blerick)
|
een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18292 |
polsmof |
handmof:
handmoef (L269p Blerick),
mof:
môf (L269p Blerick),
polsmof:
polsmof (L269p Blerick)
|
polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33807 |
pommelee, appelschimmel |
(een) gedopte:
gedø̜ptǝ (L269p Blerick)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
25382 |
pompen |
pompen:
pompǝ (L269p Blerick),
pǫmpǝ (L269p Blerick)
|
Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.]
II-1
|
24431 |
pompen van de meikever |
gaan toeren:
(? - moeilijk leebaar)
gaon toere (L269p Blerick)
|
Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|