24367 |
rat |
rat:
rat (L269p Blerick)
|
rat [SGV (1914)]
III-4-2
|
24711 |
ratelpopulier |
ratelboom:
ratelboum (L269p Blerick)
|
De ratelpopulier; heeft bijna ronde bladeren met een gegolfde rand die aan lange platte stelen zitten; bij een beetje wind bewegen ze schuin langs elkaar, wat een ritselend geluid geeft (drilboom, vuilboom, klater, fledderaar, klaterteer, klatelleer). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20529 |
rauw |
rauw:
rauw gegeate (L269p Blerick),
roowe greunte
roow (L269p Blerick)
|
rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
kuiten:
kuite (L269p Blerick),
netsen:
netse (L269p Blerick),
rulsen:
røͅlsə (L269p Blerick),
stoeien:
stoeie(n) (L269p Blerick)
|
stoeien [SGV (1914)] || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
stoten:
stôete (L269p Blerick),
stuiken:
stoeke (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21356 |
rechtbank |
rechtbank:
rechbank (L269p Blerick)
|
rechtbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
17674 |
rechte, vormeloze benen |
palen:
pûul (L269p Blerick),
staken:
stake (L269p Blerick)
|
benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34093 |
rechterachterkwartier |
rechts achterkwartier:
rɛxs axtǝrkǝtēr (L269p Blerick)
|
Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d]
I-11
|
33764 |
rechterkant van het paard |
van de hand:
van dǝ haŋk (L269p Blerick)
|
Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10]
I-9
|
34092 |
rechtervoorkwartier |
rechts voor uier:
rɛxs vø̄r yi̯ǝr (L269p Blerick),
rechts voorkwartier:
rɛxs vø̄rkǝtēr (L269p Blerick)
|
Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c]
I-11
|