17884 |
rukken |
rukken:
rökke (L269p Blerick),
snutten:
snutte (L269p Blerick)
|
Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25148 |
rukwind |
rukwind:
rök wind (L269p Blerick),
windstoot:
wind stoêt (L269p Blerick)
|
rukwind, plotselinge, felle wind [trekwind, snuk wind, strobatie] [N 81 (1980)] || windstoot, ruk of stoot van de wind [hort, buis] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
34024 |
rund |
rind:
rent (L269p Blerick)
|
Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.]
I-11
|
24326 |
runderhorzel, horzel |
horzel:
hoorsel (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick),
runderhorzel:
runderhorzel (L269p Blerick)
|
horzel [SGV (1914)] || paardenhorzel (eieren in de haren van paarden, larven in maag en darmen) [DC 18 (1950)] || runderhorzel (larven in de huid van runderen) [DC 18 (1950)] || schapenhorzel (larven in de neusholte) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
24349 |
runderhorzellarve |
koeworm:
idiosyncr.
kuujworm (L269p Blerick),
paardsworm:
paerdswörm (L269p Blerick)
|
larve van de paardenhorzel, worm die in de uitwerpselen van een paard kan worden aangetroffen [N 26 (1964)] || larve van de runderhorzel, worm die grote bulten (wormbulten) veroorzaakt in de huid van runderen [N 26 (1964)]
III-4-2
|
20691 |
runderlapjes |
kripvlees:
Syst. WBD
krupvleisch (L269p Blerick)
|
Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
34022 |
rundvee |
koebeesten:
kubīǝstǝ (L269p Blerick),
rindvee:
reŋkvīǝ (L269p Blerick),
vee:
vīǝ (L269p Blerick)
|
Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
20666 |
rundvleessoep |
rindsoep:
Syst. WBD
rindsoep (L269p Blerick)
|
Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24371 |
rups |
koolrups:
koëlroeps (L269p Blerick),
idiosyncr.
kōēlroeps (L269p Blerick),
rups:
roeps (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick),
idiosyncr.
roeps (L269p Blerick)
|
groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)], [SGV (1914)] || rups rups [DC 46 (1971)]
III-4-2
|
17832 |
rusten |
rusten:
rösten (L269p Blerick),
schaften:
schafte (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
rusten [SGV (1914)] || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)]
III-1-2
|