e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stokroos stokroos: idiosyncr.  stokrōēs (Blerick) stokroos (althea rosea L.) [N 92 (1982)] III-2-1
stokvis gezouten haring: gezalte (hiering) (Blerick) bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] III-2-3
stola stola (lat.): stola (Blerick, ... ) stola, lange brede damessjaal van dunne stof of van bont [N 23 (1964)] III-1-3
stollen stollen: stollen (Blerick) stollen [SGV (1914)] III-4-4
stolp stolp: stölp (Blerick) stolp [SGV (1914)] III-2-1
stomphoorns brosse hoorns: brǫsǝ hǭrǝs (Blerick) Afgebrokkelde of slecht ontwikkelde hoorns. [N 3A, 106c] I-11
stomverbaasd verstomd: (o klank dof uitspreken).  verstomd (Blerick) verstomd [SGV (1914)] III-1-4
stoof, voetenwarmer stoof: stoof (Blerick) stoof [SGV (1914)] III-2-1
stookgat van de oven stookgat: stǭk˲gāt (Blerick) De benaming voor het stookgat van de oven dat voorzien is van een ijzeren deurtje. Vergelijk het lemma "ovenmond" in aflevering II.1, pag. 71. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 79b] I-6
stookhuis, plaats voor de veevoerkookketel voerhok: vōrhok (Blerick), voerhuis: vōrhūs (Blerick) De plaats in de stal, of de ruimte vooraan in de stal, waar de veevoerkookketel staat. Soms heeft men geen aparte ruimte voor dit doel en kookt men het veevoer in de bijkeuken. In andere gevallen, zoals in K 358 staat deze ketel meestal buiten, of, zoals vermeld in L 360, heeft men er een apart gebouwtje voor naast de stal. Dikwijls ook kookt men in het bakhuis, waar ook het brood gebakken wordt (L 426), vandaar de frequente (bakhuis)-opgaven; vergelijk de kaart. Zie voor de fonetische documentatie van enkele van deze (bakhuis)-opgaven het lemma "bakhuis" (3.1.2). Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [N 5A, 35c en 60c: L 1, a-m; S 50; monogr.] I-6