e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
takkenbos, bussel hout schans: schans (Blerick), (mv.: schanse).  ein schans (Blerick) takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)] I-7
talud kant: kan (Blerick), slootkant: sluǝtkant (Blerick) De aflopende kant van een weg, dijk of sloot. Een aantal woordtypen duidt op een sloot of greppel naast de weg, terwijl gevraagd was naar de ø̄aflopende kant van een weg, dijk, of slootø̄. [N M, 27; N 11, 7a; N 11, 7b; monogr.] I-8
tamme kanarie kanariepietje: kenariepietje (Blerick) Hoe noemt u de tamme kanarie? (kernollievogel, konijnevogel, pietje) [N 104 (2000)] III-2-1
tand tand: tand (Blerick), tank (Blerick) tand [SGV (1914)] III-1-1
tanden tanden (mv.): teng (Blerick) tanden [SGV (1914)] III-1-1
tanden van de hooihark tanden: tant (Blerick) De houten pennen die aan beide zijden uit de dwarsbalk van de hooihark steken; zie afbeelding 11, d. Alle opgaven zijn in het meervoud. [N 18, 92d] I-3
tandenstoker tandenstoker: tandestoaker (Blerick) een puntig voorwerp waarmee men voedselresten verwijdert die tussen tanden en kiezen of in kiezen zijn blijven zitten [tandestoker, kloker, koter] [N 86 (1981)] III-1-3
tandpijn tandpijn: tandpien (Blerick, ... ), tankpien (Blerick) kiespijn [DC 27 (1955)] III-1-2
tandvlees tandvlees: tandvleis (Blerick), tandvleisch (Blerick), tankvleis (Blerick) tandvlees [bibbletjes, bibbertjes] [N 10 (1961)] III-1-1
tante meun: meun (Blerick), tant: tant (Blerick), taut (Blerick), mét voornaam erachter: tante; nen  tant (Blerick), neen; het is echter tante Marie, tante Anna etc.  ta͂nt (Blerick), tante: tante (Blerick), neen  tante (Blerick) moei (tante) [SGV (1914)] || tante [SGV (1914)] || tante; Bestaan er verschillende woorden voor een tante van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)] III-2-2