e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uit (voetbal) uit: oet (Blerick), oêt (Blerick) (De bal is) uit. [DC 49 (1974)] III-3-2
uiteen poten wijd vaneen: wit vanęi̯n (Blerick) De pootaardappelen verder uiteen zetten dan men gewoonlijk doet. Bij de bijwoordelijke uitdrukkingen in dit lemma moet steeds het werkwoord voor "poten": ɛpoten, plantenɛ of ɛzettenɛ, worden toegevoegd; zie daartoe het lemma Poten. [N M, 18b] I-5
uiten uiten: ute (Blerick) uitspreken; te kennen geven [uiten, uiteren, lossen] [N 87 (1981)] III-3-1
uiterontsteking, mastitis uierontsteking: yi̯ǝrontstē̜keŋ (Blerick) Door het feit dat de natte spenen (melk) een geschikte voedingsbodem vormen voor bacteriën en door de plaats van de uier (mest en vuil) is de kans op infectie groot. Streptococcen zijn de belangrijkste ziekteverwekkers. Bij een acute ontsteking is de uier gezwollen, pijnlijk en rood. De melk is meestal waterachtig en bevat vlokjes. Bij slepende gevallen vertoont de uier plaatstelijk knobbels en verhardingen. De melk ziet er meestal normaal uit (Berns, blz. 118). Zie ook wbd I.3, blz. 461. [N 52, 5a; A 48A, 10a; monogr.] I-11
uitgaan uitgaan: oêtgaon (Blerick) uitgaan, cafés bezoeken, aan de zwier gaan [lelijkeren, op de scheut gaan] [N 87 (1981)] III-3-1
uitgedroogd uitgedroogd: ūtgǝdryxt (Blerick) Gezegd van slecht deeg. [N 29, 29c] II-1
uitgestort zaad van de hengst sprong: sproŋk (Blerick) [N 8, 48 en 49] I-9
uitgeteld zijn uitgerekend zijn: (de koe is) ūtgǝrēkǝnt (Blerick), uitgeteld zijn: (de koe is) ūtgǝtɛlt (Blerick) De koe staat op het punt te gaan kalven. [N 3A, 43] I-11
uitgeveende grond peelgrond: piǝlgroŋk (Blerick) Grond of plek waaruit het veen is weggehaald. [N 27, 18c] II-4
uitgieten schenken: schinke (Blerick) een vloeistof al gietende doen vloeien uit een kan, fles etc. [storten, plassen, klassen, schenken, uitgieten] [N 91 (1982)] III-4-4