e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwarmen, stoken stoken: staoke (Blerick), stoake (Blerick), stōāke (Blerick) stoken [DC 35 (1963)] III-2-1
verwelken verslakkeren: verslakkere (Blerick), verwelken: verwelke (Blerick) Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)] III-4-3
verwend kindje verwende aap: verwinden aap (Blerick) een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)] III-2-2
verzopen kalk verzopen: vǝrzǭpǝ (Blerick) Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.] II-9
verzopen mortel verzopen spijs: vǝrzǭpǝ [spijs] (Blerick) Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.] II-9
vespers vesper (lat.): də vɛspər (Blerick) de vespers [RND] III-3-3
vest kamizool (<fr.): kamezaol (Blerick), kamizooltje (<fr.): kaemezaölke (Blerick), vest: ves(t) (Blerick), vest (Blerick), vesting: vesting (Blerick), vestje: vesje (Blerick), wal: wal (Blerick), wál (Blerick) de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3, III-3-1
vestzakje vestjestasje: vesjesteske (Blerick), vestjestes (Blerick), vestjesteske (Blerick) vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)] III-1-3
vet te mesten stierkalf hokkeling: hǫkǝleŋ (Blerick) Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a] I-11
vet te mesten vaars mastrind: masreŋk (Blerick) [N 3A, 75c] I-11