e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwenonderhemd? vrouwluihemd: vrouluuhaemp (Blerick) onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
vrucht zetten aanzetten: aanzette (Blerick) Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)] III-4-3
vruchtbare grond goede grond: goi̯ǝ groŋk (Blerick), gōi̯ǝ gront (Blerick), wasbare grond: wasbārǝ groŋk (Blerick) Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8
vruchtgebruik op het langste leven: op t langs laeven (Blerick) het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)] III-3-1
vruchtvlies helm: helm (Blerick) Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 84 (1981)] III-2-2
vuil waterx smerig water: smaerig water (Blerick) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vuist vuist: voes (Blerick, ... ), voest (Blerick) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
vuistslag op de rug dof: doef (Blerick), opdoffer: opdôffer (Blerick) Een slag met de vuist op iemands rug [druts, does, dof]. [N 88 (1982)] || slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)] III-3-2
vurig hout daar zit het vuur in: dǝr zet˱ ǝt ˲vø̄r en (Blerick) Hout dat door de ziekte vuur blauwe en rossige vlammen krijgt die overgaan in een rode tot bruine verkleuring. [N E, 5] II-12
vuurrooster stoof: stōf (Blerick), stookkachel: stǭkkaxǝl (Blerick) Een ijzeren rooster of vuurkorf waarin een vuur wordt gestookt dat dient om het vat te verwarmen. [N E, 30] II-12