e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterzucht waterzucht: water zug (Blerick), waterzucht (Blerick) Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zucht, het water). [N 84 (1981)] III-1-2
wbd: afzeggen ongedaan maken: eine koup ongedaon make (Blerick) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek een goede prijs maken: gooje prīēs make (Blerick) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten laten zitten: hae luit um zitte (Blerick) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wecken inwecken: inwecke (Blerick), inwekke (Blerick), wecken: wecke (Blerick) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weduwe weduwe: weduwe (Blerick), wedvrouw: wèdvrouw (Blerick), widvrouw: witfrouw (Blerick), witvrouw (Blerick, ... ) weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar wedman: wèdman (Blerick), weduwnaar: wedunaar (Blerick), widman: witman (Blerick, ... ), witma͂n (Blerick) weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: (lang en dof).  stof (Blerick) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
weegtoestel weegschaal: wē̜xsxǭl (Blerick) Het weegtoestel waarmee het deeg na het verdelen wordt gewogen. Vroeger gebruikte men wel een hangende balans, volgens de informant van L 377, maar deze moest verdwijnen, omdat ze niet geijkt kon worden. Zie afb. 19. [N 29, 33a; N 29, 32b; monogr.; N 29, 105e] II-1
week in de muil week in de muil: węi̯k en dǝ mul (Blerick) Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f] I-9