e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

Gevonden: 5182
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderwolk hommelkop: hómmelkóp (Blerick), hommelschoeren: hommelschore (Blerick), hommelwolken: hommelwolken (Blerick), schoer: ⁄n schoor is ein onwaer met vuul bliksem (Blerick), schoeren: ’t gaeve schōōre (Blerick) lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] || zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx donder: doēnder (Blerick), hommel: den hummel (Blerick), den hómmel (Blerick), hommel (Blerick) donder [N 22 (1963)], [SGV (1914)] || onweer [N 22 (1963)] III-4-4
donker worden, duisteren duister worden: duuster waere (Blerick) donker worden [duisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
donker, duisterx donker: dónker (Blerick), duister: duuster (Blerick, ... ), dūūster (Blerick) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] || niet of weinig verlicht [donker, duister, deemster] [N 91 (1982)] III-4-4
donkerbruine koe miskleurige koe: mesklø̄regǝ [koe] (Blerick) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11
dons, nestveren bochthaar: bochhaor (Blerick, ... ) het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (bn.) dood: doad (Blerick), doewet (Blerick), doët (Blerick), do͂e͂d (Blerick), dôê.id (Blerick), dôêt (Blerick) dood [SGV (1914)] || dood (bijv.) [DC 03 (1934)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zn.) versterven: versterven (Blerick) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] III-2-2
doodlopende weg doodlopende weg: doedloepende waeg (Blerick), dōēdloupende waeg (Blerick) een doodlopende weg (cul-de-sac, keerweg) [N 90 (1982)] III-3-1
doodskist doodskist: doedskis (Blerick, ... ), doedskist (Blerick, ... ), doëdskis (Blerick, ... ), doëdskist (Blerick, ... ), kist: kist (Blerick, ... ) doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3