24986 |
doordrenken, nat maken |
nat maken:
naat make (L269p Blerick)
|
met een vloeistof doordrenken; nat maken [platsen, pletsen, plodderen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
25639 |
doormidden gesneden beschuitbol |
bovenbeschuit:
bawvǝbǝsxȳt (L269p Blerick),
onderbeschuit:
ōndǝrbǝsxȳt (L269p Blerick)
|
De benamingen kunnen ook slaan op de bovenste of onderste schijf van de beschuitbol. [N 29, 62c]
II-1
|
25635 |
doormidden snijden van beschuitbollen |
doorsnijden:
dōrsnīǝ (L269p Blerick)
|
[N 29, 62a; N 29, 62b]
II-1
|
24477 |
doorn, stekel |
doorn:
doaren (L269p Blerick),
doorn (mv.):
dör (L269p Blerick),
döör (L269p Blerick),
døͅr (L269p Blerick),
doorns:
dörəs (L269p Blerick)
|
doorn [SGV (1914)] || doornen [DC 23 (1953)], [RND] || doorns [SGV (1914)]
III-4-3
|
24619 |
doornstruik |
doornenstruik:
döörestroek (L269p Blerick)
|
doornstruik [SGV (1914)]
III-4-3
|
20848 |
dopen |
dopen:
duipen (L269p Blerick),
dö.ypə (L269p Blerick),
döypə (L269p Blerick),
soppen:
soppe (L269p Blerick)
|
doopen [SGV (1914)] || doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || indopen van het brood b.v. in de koffie: soppen [N 08 (1961)]
III-2-3, III-3-3
|
33521 |
doperwten |
doperwten:
duperte (L269p Blerick)
|
De jonge erwten die uit de dop gehaald moeten worden; doperwt (poolerwt, dopper, doperwt, pelerwt). [N 82 (1981)]
I-7
|
24753 |
dophei |
dophei:
idiosyncr.
dophei (L269p Blerick),
hei:
-
hei (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
Dophei (erica tetralix een 10 tot 50 cm lage plant. De stengels zijn stijf behaard; de bladeren bevinden zich in 4-tallige kransen, ze zijn smal, ongesteeld en niet afvallend; aan de rand zijn de bladeren klierachtig behaard; de bloemen bevinden zich in [N 92 (1982)] || gewone dophei (Erica tetralix L.) [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
21311 |
dorp |
dorp:
dø͂ͅrp (L269p Blerick)
|
dorp [SGV (1914)]
III-3-1
|
19991 |
dorpel |
dorpel:
dørǝpǝl (L269p Blerick),
dø̜rpǝl (L269p Blerick)
|
Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld]
II-9
|