e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blerick

Overzicht

Gevonden: 5182
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de was bleken bleken: bleike (Blerick, ... ), bleiken (Blerick) het bleken van wasgoed in de zon op een grasveld [DC 15 (1947)] III-2-1
de was invochten invochten: invōchten (Blerick), sprinkelen: sprinkele (Blerick), sprinkelen (Blerick, ... ) het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)] III-2-1
de was mangelen mangelen: mangele (Blerick) De was glad maken d.m.v. een mangel (mangelen, wringen) [N 79 (1979)] III-2-1
de was spoelen spoelen: speule (Blerick, ... ) spoelen [SGV (1914)] || Zeep verwijderen uit kledingstukken door ze heen en weer te bewegen in een vloeistof (spoelen, plodderen) [N 79 (1979)] III-2-1
de was stijfselen linnen stijven: linne stieve (Blerick) Wat is bij u de uitdrukking voor \'het linnen stijven\'? (stijven, stijselen) [N 104 (2000)] III-2-1
de was wringen wringen: vringe-(oet) (Blerick) Het water uit wasgoed drijven (wringen) [N 79 (1979)] III-2-1
de zeug naar de beer brengen na de beer brengen: nǫ dǝn bēr breŋǝ (Blerick), na(ar) de beer gaan: nǫ dǝn bir gǭn (Blerick) De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.] I-12
decimeter, maat van 10 cm decimeter: decimaeter (Blerick) de maat die een lengte van 10 cm aangeeft, 1/10 deel van een meter [sol, palm, decimeter] [N 91 (1982)] III-4-4
deeg deeg: deëg (Blerick) deeg [SGV (1914)] III-2-3
deeg kneden kneden: knējǝ (Blerick), knē̜jǝ (Blerick), knɛ̄jǝ (Blerick), mengen: meŋǝ (Blerick) Bepaalde grondstoffen t.w. bloem, gist, zout, vocht vormen het deeg. Eventueel worden er nog andere toevoegingen bijgevoegd. Dit deeg gaat men kneden om een massa te verkrijgen waarin de verschillende grondstoffen in de juiste verhouding zo volkomen en gelijkmatig mogelijk dooreengemengd zijn (Schoep blz. 90-91). Naast "kneden met de hand" komt voor "kneden met de voeten" of kneden met de deegmachine". De informant van L 428 merkt op dat "mengelen" het mengen der diverse ingrediënten inhoudt en het eigenlijk kneden ''knē̜jǝ'' is. In dit lemma wordt het object "deeg" niet fonetisch gedocumenteerd. Bij documentatie zou de meest voorkomende variant dęjx zijn geweest. Daarnaast zouden er nog varianten voorkomen als dēx, dē.x, dējx, dē̜k, dē.jx, tī.x, dījx, dix, dīx en di.x.' [N 29, 20b; N 6, 47; S 18; L 1a-m: monogr.; L 22, 41] II-1