e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blitterswijck

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mazelen mazeren: mazere (Blitterswijck) mazelen [SGV (1914)] III-1-2
mede mede: meij (Blitterswijck) mede (drank) [SGV (1914)] III-2-3
meeldauw gelf: gelf (Blitterswijck) meeldauw III-4-3
meelworm, larve van de meeltor meelworm: mèèlwörm (Blitterswijck) meelworm III-4-2
meerdelige eg dobbele [eg]: dǫbǝl [eg] (Blitterswijck), drie[eg]: dri[eg] (Blitterswijck), klein egje: klęi̯n ęxskǝ (Blitterswijck) Bedoeld wordt een combinatie van twee of meer eggen van dezelfde soort en grootte, die - naast elkaar liggend en meestal onderling verbonden, met haken of korte kettingen aan een gemeenschappelijke trekbalk bevestigd zijn; zie afb. 62. Zulk een combinatie werd gewoonlijk door twee paarden getrokken. In de betrokken termen hieronder vertegenwoordigt het lid drie ook varianten van het type ''drij''. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men het lemma ''eg''. [N 11, 67 + 76; N 11A, 162a + b; N J, 10 add.; div.; monogr.] I-2
meerderjarig mondig: mun-dig (Blitterswijck) mondig [SGV (1914)] III-2-2
meerscharige ploegen drieschaar: drisxār (Blitterswijck), tweescharige ploeg: tweescharige ploeg (Blitterswijck), vierschaar: virsxār (Blitterswijck) Met een meerscharige ploeg wordt een ploeg bedoeld die uitgerust is met twee, drie of meer scharen en waarmee evenzovele voren tegelijk omgeploegd worden. Over het algemeen - en uit een aantal benamingen blijkt dat ook - gebruikt men deze ploeg voor het oppervlakkig ploegwerk met name voor het omploegen van een stoppelveld. Van de onderstaande woordtypen die met drie- beginnen, vertegenwoordigt het eerste lid tevens dialectvarianten van het type drij. [N 11, 30; N 11A , 75 a-c ; N J, 10; JG 2b-4, 1; monogr.] I-1
meester meester: meis-ter (Blitterswijck), mɛistər (Blitterswijck) (school)meester [RND] || meester [SGV (1914)] III-3-1
meid, dienstmeid maagd: māt (Blitterswijck), meid: mɛi̯t (Blitterswijck) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn haagdoorn: haagdöre (Blitterswijck), hegdoorn: hègdöre (Blitterswijck) haagdoorn [SGV (1914)] III-4-3