e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blitterswijck

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pandverbeuren pandverbeuren: paandverbeure (Blitterswijck) pandverbeuren [SGV (1914)] III-3-2
paneel paneel: paniǝl (Blitterswijck) Het min of meer rechthoekige, houten vlak dat door de stijlen en regels wordt omlijst. Zie ook afb. 170 en het lemma ɛpaneelɛ in wld II.9, pag. 121.' [N 56, 130a; monogr.] II-12
paneermeel paneermeel: paniərmēͅl (Blitterswijck) paneermeel III-2-3
pannenbakkerij panoven: panó̜vǝ (Blitterswijck) Fabriek waar, doorgaans in handarbeid, dakpannen werden vervaardigd. Schuermans (Algemeen Vlaamsch Idioticon) merkt op pag. 458 over pannenschop op: ø̄̄pannenbakkerij, zoo genoemd omdat het gebouw aan een schop of overdekte plaats gelijkt (Limb.)ø̄̄. [monogr.; N 27 add.] II-8
pannenkoek koek: men kende: spekkoek, appelkoek, krentenkoek, rozijnenkoek, uienkoek, boekweitkoek, kersenkoek, pruimenkoek, bosbessenkoek  kūk (Blitterswijck), schaarkoekje: sxarkykskə (Blitterswijck) pannekoek || pannekoekje van e resten van het deeg, nog bij elkaar geschard III-2-3
pannenlap pannenlap: panəlap (Blitterswijck), ties: tis (Blitterswijck) pannenlap III-2-1
pantoffeltje pantoffeltje: -  pantüffelkes (Blitterswijck, ... ), caleocolaria  pantüffelkes (Blitterswijck) Pantoffeltje (calceolaria officinale). De twee meeldraden zijn beweegbaar, ongeveer als bij salie. Bladeren tegenoverstaand of verspreid, de onderste samengesteld, de bovenste alleen meer of minder ingesneden; de bladrand is dubbel gezaagd. De zwavelgele III-2-1
pap brij: brĕĕj (Blitterswijck, ... ) brij [SGV (1914)] III-2-3
papier papier: pepier (Blitterswijck) papier [SGV (1914)] III-3-1
parel parel: pa-rel (Blitterswijck) parel [SGV (1914)] III-1-3