22842 |
pandverbeuren |
pandverbeuren:
paandverbeure (L215p Blitterswijck)
|
pandverbeuren [SGV (1914)]
III-3-2
|
30283 |
paneel |
paneel:
paniǝl (L215p Blitterswijck)
|
Het min of meer rechthoekige, houten vlak dat door de stijlen en regels wordt omlijst. Zie ook afb. 170 en het lemma ɛpaneelɛ in wld II.9, pag. 121.' [N 56, 130a; monogr.]
II-12
|
20841 |
paneermeel |
paneermeel:
paniərmēͅl (L215p Blitterswijck)
|
paneermeel
III-2-3
|
29832 |
pannenbakkerij |
panoven:
panó̜vǝ (L215p Blitterswijck)
|
Fabriek waar, doorgaans in handarbeid, dakpannen werden vervaardigd. Schuermans (Algemeen Vlaamsch Idioticon) merkt op pag. 458 over pannenschop op: ø̄̄pannenbakkerij, zoo genoemd omdat het gebouw aan een schop of overdekte plaats gelijkt (Limb.)ø̄̄. [monogr.; N 27 add.]
II-8
|
20700 |
pannenkoek |
koek:
men kende: spekkoek, appelkoek, krentenkoek, rozijnenkoek, uienkoek, boekweitkoek, kersenkoek, pruimenkoek, bosbessenkoek
kūk (L215p Blitterswijck),
schaarkoekje:
sxarkykskə (L215p Blitterswijck)
|
pannekoek || pannekoekje van e resten van het deeg, nog bij elkaar geschard
III-2-3
|
19443 |
pannenlap |
pannenlap:
panəlap (L215p Blitterswijck),
ties:
tis (L215p Blitterswijck)
|
pannenlap
III-2-1
|
20057 |
pantoffeltje |
pantoffeltje:
-
pantüffelkes (L215p Blitterswijck, ...
L215p Blitterswijck,
L215p Blitterswijck,
L215p Blitterswijck,
L215p Blitterswijck,
L215p Blitterswijck),
caleocolaria
pantüffelkes (L215p Blitterswijck)
|
Pantoffeltje (calceolaria officinale). De twee meeldraden zijn beweegbaar, ongeveer als bij salie. Bladeren tegenoverstaand of verspreid, de onderste samengesteld, de bovenste alleen meer of minder ingesneden; de bladrand is dubbel gezaagd. De zwavelgele
III-2-1
|
20558 |
pap |
brij:
brĕĕj (L215p Blitterswijck, ...
L215p Blitterswijck)
|
brij [SGV (1914)]
III-2-3
|
21126 |
papier |
papier:
pepier (L215p Blitterswijck)
|
papier [SGV (1914)]
III-3-1
|
18395 |
parel |
parel:
pa-rel (L215p Blitterswijck)
|
parel [SGV (1914)]
III-1-3
|