33624 |
putgalg |
putvork:
pøtvøͅrk (L215p Blitterswijck),
staak:
staak (L215p Blitterswijck),
stāk (L215p Blitterswijck)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
putwip:
putwip (L215p Blitterswijck),
pøtwep (L215p Blitterswijck)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33623 |
putzwengel |
putbalk:
putbalk (L215p Blitterswijck),
pøtbalk (L215p Blitterswijck),
putwip:
pøtwep (L215p Blitterswijck, ...
L215p Blitterswijck)
|
[N 12 (1961)] [SGV (1914)]
I-7
|
19079 |
raad |
raad:
road (L215p Blitterswijck)
|
raad [SGV (1914)]
III-1-4
|
19225 |
raadsel |
raadsel:
raodsel (L215p Blitterswijck)
|
raadsel
III-1-4
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
raodsel (L215p Blitterswijck),
raodselke (L215p Blitterswijck)
|
raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
glas:
glās (L215p Blitterswijck),
venster:
vēnstǝr (L215p Blitterswijck),
vē̜ ̝nstǝr (L215p Blitterswijck)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
20801 |
raapstelenstamppot |
stelenmoes:
stēləmus (L215p Blitterswijck)
|
moes van raapstelen
III-2-3
|
33272 |
raapzaadolie |
bomolie:
bǫmǫli (L215p Blitterswijck)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19057 |
raar, vreemd |
aardig:
arig (L215p Blitterswijck),
vreemd:
vremd (L215p Blitterswijck),
vrīēmd (L215p Blitterswijck)
|
01; vreemd [SGV (1914)] || raar || vreemd
III-1-4
|