e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een kruisteken maken n kruus maake: kruuske make (Bocholt) Een kruisteken maken/slaan, zich bekruisen, zich zegenen [zich bekruuse [N 96B (1989)] III-3-3
een kuil graven graven: graave (Bocholt) Een kuil maken (dappen, graven) [N 108 (2001)] III-1-2
een lastig karakter hebbend lastig: lestig (Bocholt), moeilijk: dè¯s eine hiêl mooilike mins viêr möt òm te goan  mooilik (Bocholt), niet gemakkelijk: he is neet gemekkelijk (Bocholt), hei is neet gemekkelijk (Bocholt, ... ) Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)] || lastig (ivm. karakter) III-1-4
een lelijk gezicht trekken (een) snuit trekken: ən snūt trekə (Bocholt), gezichten snijden: i.e. gezichten snijden.  gəzextə sniə (Bocholt) grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)] III-1-4
een list gebruiken foetelen: foet`le (Bocholt) een list gebruiken bij het kaarten [finten] [N 112 (2006)] III-3-2
een miskraam krijgen omslaan: òmsloeën (Bocholt) Een miskraam krijgen (opslagen, omslaan). [N 115 (2003)] III-2-2
een paar schoenen een paar schoenen: ə pār šoon (Bocholt) schoenen, paar ~ [N 24 (1964)] III-1-3
een paar sokken sokken: zoͅkə (Bocholt) kousen, paar ~ [zök, zökke] [N 24 (1964)] III-1-3
een paard beslaan beslaan: bǝslūǝ.n (Bocholt) Een paard van hoefijzers voorzien. Tijdens het beslaan wordt het paard in de hoefstal van de smidse geplaatst. De hoefsmid verwijdert eerst met behulp van de hoefhamer en de hoeftang het oude hoefijzer. Vervolgens bewerkt hij de hoef door middel van het hoefmes en de hoefrasp. Het nieuwe hoefijzer wordt gewoonlijk warm gepast. Daarvoor wordt het gelijkmatig donkerrood verhit en enige ogenblikken tegen de besneden hoef gehouden. Het ijzer moet overal dicht tegen de hoef passen; aan onverbrande plaatsen onder de hoef kan de smid zien dat deze nog met de hoefrasp moet worden bijgewerkt. Het ijzer wordt met hoefnagels aan de hoef bevestigd. De nagels worden daartoe eerst met behulp van de beslaghamer door de hoef geslagen. Dan worden de uitstekende uiteinden van de hoefnagels met de hoeftang tot op 3 mm afgeknepen. Het gedeelte van de hoefnagel dat nog uitsteekt, wordt vervolgens omgeslagen in een uitholling van de hoef die door middel van de onderkapper is gemaakt. Tot slot wordt de hoef soms nog met de hoefrasp bijgewerkt. [JG 1a; JG 1b; N 100, 17; monogr.] II-11
een portret laten maken zich laten trekken: zich laoten trekken (Bocholt) Zijn portret laten maken (bij de fotograaf). [ZND 40 (1942)] III-3-2