34495 |
een zandbad nemen |
kotelen:
kūtǝlǝ (L317p Bocholt),
ploeteren:
plutǝrǝ (L317p Bocholt)
|
Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.]
I-12
|
17981 |
een ziekte onder de leden hebben |
in geen goed vel zitten:
hēͅ zed en geͅi got vēͅl (L317p Bocholt)
|
ziekte onder de leden hebben [N 10 (1961)]
III-1-2
|
28606 |
een zwerm opvangen |
karen:
kã.rǝ (L317p Bocholt)
|
Het opvangen van een zwerm in een schepkorf. Wanneer een zwerm zich vastgezet heeft aan een tak of iets dergelijks, dan brengt de imker een kleine schepkorf onder de tros. Met een flinke ruk aan de tak valt de zwerm in de korf. Wanneer de bijen in de korf zitten, wordt deze langzaam omgedraaid, omdat de bijen zich aan de strowand of aan elkaar moeten kunnen vastklemmen. Soms moet men een tweede of derde ruk aan de tak geven. Hoe langer een zwerm hangt, hoe vaster hij zit. Een imker moet dus met scheppen niet al te lang wachten. De objecten zwerm, bij e.a. zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N 63, 84a; JG 1a+1b; JG 2b-5, 4; Ge 37, 105; monogr.]
II-6
|
34542 |
eend |
eend:
ē̜i̯nj (L317p Bocholt),
ē̜nj (L317p Bocholt),
ęi̯ntš (L317p Bocholt)
|
[JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.]
I-12
|
19368 |
eenvoudige of armoedige woning |
kadol:
kadol (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt),
Ze wuundzje doa tiêge de bos aan in èè (klein) kadol
kadol (L317p Bocholt),
keviep:
Och, dat hi-jske is mè ein ermojige keviêp
keviêp (L317p Bocholt)
|
hutje || klein, onaanzienlijk achtergebouwtje || krotwoning
III-2-1
|
21517 |
eenzaam |
afgelegen:
aafgelaigen (L317p Bocholt),
alleen:
allein (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt),
wijd alleen:
wiet allein (L317p Bocholt)
|
het huis ligt zo eenzaam, zo afgelegen [ZND 34 (1940)]
III-3-1
|
23709 |
eer aan de vader |
glorie zij de vader:
glorie zij de vader (L317p Bocholt)
|
Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21568 |
eerder te weinig dan te veel gemeten |
kree gemeten:
det is kriè gemèten (L317p Bocholt),
tweede e van gemeten als est
det is krîe gemeten (L317p Bocholt),
kree gewaagd:
det is kriè gewaogd (L317p Bocholt),
oo = ou
det is krek gewoogd (L317p Bocholt),
op de krimp gemeten:
det is op e krump gemeten (L317p Bocholt)
|
Hoe zegt men als een winkelier eerder te weinig dan te veel meet of weegt? Vertaal: Dat is ... gemeten, gewogen. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
23654 |
eerherstellende communie |
eerstevrijdagcommunie (<lat.):
ierste vriedig kommunie (L317p Bocholt)
|
Een eerherstellende communie op de 1e vrijdag van de maand. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18960 |
eerlijk |
eerlijk:
Ein iêrlik hart moot vèèl pi-jn li-je: oprechte, eerlijke lieden krijgen vaak veel tegenkanting(en)
iêrlik (L317p Bocholt)
|
eerlijk
III-1-4
|