e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
goede- opbrengst geven opbrengen: ǫbręŋǝ (Bocholt) Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39] I-4
goedheid goedigheid: Det minske is de gotigheid in persuun  gotigheid (Bocholt) goedheid III-1-4
goedkoop goedkoop: det is goeiekoup (Bocholt) Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoopst bestekoop: beste koup (Bocholt) goedkoopst [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoopste rang in een schouwburg uil: uul (Bocholt) de goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot] [N 112 (2006)] III-3-2
goedkoper beterkoop: beiterkoup (Bocholt) goedkoper [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedzak bluts: Mersi-j, de bös nûw ins echt ein gooj bluts Syn. dimpel  bluts (Bocholt), flabbes: flabbes (Bocholt), goede klootzak: ook materiaal znd 24, 22  gooie kloetzak (Bocholt), goede zak: ein gooi zak (Bocholt), goede ziel: gooi ziêl (Bocholt), lobbes: Syn. flabbes, ein gooiziêl, ein gooi zok...  löbbes (Bocholt) goedaardige sul || goedzak [ZND 01 (1922)] || goedzakkig mens III-1-4
gooien gooien: gooien (Bocholt, ... ), gôêie (Bocholt) Ge moet uw geld niet in het water gooien (smijten, werpen, ...). [ZND 44 (1946)] || niets op de grond werpen ! [ZND 24 (1937)] || smijten [ZND 25 (1937)] III-1-2
gootsteen pompsteen: m.  poͅ(ə)mpstēͅin (Bocholt) bak waarin men afwast [N 20 (zj)] III-2-1
gouden twintig frank goudfrankje: ps. omgespeld volgens Frings.  gōͅu̯treŋskə (Bocholt), goudstukje: ps. omgespeld volgens Frings.  gōͅu̯tstəkskə (Bocholt), napoleon: ps. omgespeld volgens Frings.  napoləoͅn (Bocholt), ps. omgespeld volgens Frings. Onder de eerste a staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  napūlēͅ(ə)joͅn (Bocholt) Betekenis en uitspraak van: napoleon? Uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] || gouden munt van 20 franc [N 21 (1963)] III-3-1