33024 |
goede- opbrengst geven |
opbrengen:
ǫbręŋǝ (L317p Bocholt)
|
Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39]
I-4
|
19102 |
goedheid |
goedigheid:
Det minske is de gotigheid in persuun
gotigheid (L317p Bocholt)
|
goedheid
III-1-4
|
21326 |
goedkoop |
goedkoop:
det is goeiekoup (L317p Bocholt)
|
Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
21512 |
goedkoopst |
bestekoop:
beste koup (L317p Bocholt)
|
goedkoopst [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
22657 |
goedkoopste rang in een schouwburg |
uil:
uul (L317p Bocholt)
|
de goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
21477 |
goedkoper |
beterkoop:
beiterkoup (L317p Bocholt)
|
goedkoper [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
18954 |
goedzak |
bluts:
Mersi-j, de bös nûw ins echt ein gooj bluts Syn. dimpel
bluts (L317p Bocholt),
flabbes:
flabbes (L317p Bocholt),
goede klootzak:
ook materiaal znd 24, 22
gooie kloetzak (L317p Bocholt),
goede zak:
ein gooi zak (L317p Bocholt),
goede ziel:
gooi ziêl (L317p Bocholt),
lobbes:
Syn. flabbes, ein gooiziêl, ein gooi zok...
löbbes (L317p Bocholt)
|
goedaardige sul || goedzak [ZND 01 (1922)] || goedzakkig mens
III-1-4
|
17903 |
gooien |
gooien:
gooien (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt),
gôêie (L317p Bocholt)
|
Ge moet uw geld niet in het water gooien (smijten, werpen, ...). [ZND 44 (1946)] || niets op de grond werpen ! [ZND 24 (1937)] || smijten [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
19570 |
gootsteen |
pompsteen:
m.
poͅ(ə)mpstēͅin (L317p Bocholt)
|
bak waarin men afwast [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21627 |
gouden twintig frank |
goudfrankje:
ps. omgespeld volgens Frings.
gōͅu̯treŋskə (L317p Bocholt),
goudstukje:
ps. omgespeld volgens Frings.
gōͅu̯tstəkskə (L317p Bocholt),
napoleon:
ps. omgespeld volgens Frings.
napoləoͅn (L317p Bocholt),
ps. omgespeld volgens Frings. Onder de eerste a staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?
napūlēͅ(ə)joͅn (L317p Bocholt)
|
Betekenis en uitspraak van: napoleon? Uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] || gouden munt van 20 franc [N 21 (1963)]
III-3-1
|