e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haverkorfje havermandje: hāvǝrmɛntjǝ (Bocholt), zeef: zīǝf (Bocholt) Korfje uit stro en twijgen gevlochten waarmee men haver voor het paard in afmeet. De inhoud is ongeveer 3 kg. Men bindt het ook wel aan de muil van het paard om te beletten dat het ergens aan vreet, bijvoorbeeld bij het maaien. [N 18, 112] I-11
havermout havermout: Syst. Frings  hāvərmōͅu̯t (Bocholt) Havermout [N 16 (1962)] III-2-3
havermoutpap havermoutpap: Syst. Frings  hāvərmōͅu̯tpap (Bocholt) Pap van havermout (haavere moute pap?) [N 16 (1962)] III-2-3
haverzak kopzak: kǫp˲zak (Bocholt), voerzak: vōrzak (Bocholt) Zak, gevuld met haver, die men een ingespannen paard omhangt om het te laten eten. [N 13, 90; monogr.] I-10
havik stootkop: stuutkop (Bocholt), stootvogel: stuutvugel (Bocholt) valk, havik III-4-1
hazelaar hazenotenbos: hazenoetebosch (Bocholt) hazelstruik [ZND 26 (1937)] III-4-3
hazelnoot hazenoot: hazenoet (Bocholt) hazelnoot [ZND 26 (1937)] III-4-3
hecht van een mes steel: stīəl (Bocholt), m.  stē(ə)l (Bocholt) handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] III-2-1
hede, vlas- of hennepafval rap: rap (Bocholt), werk: wɛrk (Bocholt) Rap en bodde bestaat uit langere vezels en kort lint dat bij het zwingelen of hekelen achterblijft en waarvan grof linnen wordt gemaakt; scheven bestaat uit alleen de bastdeeltjes. [L 43, 3; S 13; monogr.] I-5
heen en weer draaien draaien: dràèje (Bocholt) Heen en weer draaien (drentelen, drimmelen, drispelen, draaien) [N 108 (2001)] III-1-2