e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jaargetijde jaargetijde: loargetie (Bocholt), jaarmis: joarmes (Bocholt) Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
jaarring ouderdomsring: awǝrdōmsreŋ (Bocholt) Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b] I-11
jacquetjak jacquet (<fr.): zjaket (Bocholt) jak in jacquetvorm [seketjek] [N 23 (1964)] III-1-3
jak jak: jak (Bocholt, ... ), jakje: jeͅkskə (Bocholt), kapot (<fr.): kepot (Bocholt), kazavek: kasjevek (Bocholt) damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] || vrouwenjak, lang ~ [kapoot, kasjevek] [N 23 (1964)] III-1-3
jaloers jaloers: zjeloers (Bocholt), det waas zuu fi-jn, echt òm zjaloers op te wère  zjaloers (Bocholt), ook materiaal znd 27, 44  zjaloersch (Bocholt), žalūrs (Bocholt) afgunstig, jaloers || jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4
jarig zijn jarig zijn: Of: is ... verjeurd.  wa.s ... jø:rəch (Bocholt), verjaren: v`rjaore (Bocholt, ... ), vərjø:rd (Bocholt) Hij is in juli jarig, maar de datum ... ik vergeten. [DC 45 (1970)], [DC 45 (1970)] || Verjaren. || zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren] [N 112 (2006)] III-3-2
jarretelle jarretelle (fr.): žərtəl (Bocholt) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3
jas: algemeen jas: hiê is vader ziene jas en mooder hoeur geldəj, vader zien koe en va-der zien-nen hóͅnd (Bocholt), jas (Bocholt, ... ), jasje: jeske (Bocholt) jas [ZND 08 (1925)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] || Jas. Hier is vader zn jas en moeder haar geld... [ZND 44 (1946)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jeske (Bocholt) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort mantelscholk: mantəlšoͅlek (Bocholt) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] III-1-3