e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kamer kamer: kamer (Bocholt) kamer III-2-1
kamerjas peignoir (fr.): pinoir (Bocholt) kamerjas [sjamberloe] [N 23 (1964)] III-1-3
kamerschieten kameren: kaam`re (Bocholt), kanonnetjes afschieten: knunkes aafsjeete (Bocholt) [I.] Schieten met mortieren aan de vooravond van een feest. || Het gebruik om tijdens het rekken van de processie donderbussen af te schieten [kamere aafsjisse]. [N 96C (1989)] III-3-2
kamille (alg.) hondsbloem: hònsbloom (Bocholt) kamille III-4-3
kamizool kamizool (<fr.): betekenis: onderhemd met mouwen  kaməzaəl (Bocholt) kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
kammen kammen: kummen (Bocholt), kø͂ͅmən (Bocholt) kammen [ZND 27 (1938)], [ZND m] III-1-3
kampen kameren: kaam`re (Bocholt) [II.] Herkansen bij gelijkspel. III-3-2
kanaal kanaal: aan geene kant van de knaal (Bocholt) Aan genen kant (niet aan deze kant) van het kanaal [ZND 24 1937)] III-3-1
kandelaar luchter: luchter (Bocholt, ... ) Kandelaar. Hoe heet een kandelaar, zoals er vroeger langs beide zijden op de schoorsteen stonden ? [ZND 37 (1941)] III-2-1
kandelaar op het altaar kaarsenluchter: karseluchters (Bocholt) De kandelaars, de kaarseluchters op het altaar [kèrseluchters, keëtseluëtersj]. [N 96A (1989)] III-3-3