e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kast voor liturgische gewaden kerkcommode (<fr.): kerrikkommood (Bocholt) De kast(en) waarin deze gewaden liggend worden opgeborgen. [N 96A (1989)] III-3-3
kastplank bred: briêd (Bocholt) legplank III-2-1
kat kat: kát (Bocholt), poes: (sleeptoon)  pûs (Bocholt) kat [Goossens 1b (1960)] || poes III-2-1
katapult flits: flits (Bocholt, ... ) Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjes wegschieten? [Lk 01 (1953)] || Katapult. III-3-2
katholiek katholiek (<fr.): ein katoliek (Bocholt) Een katholiek: bestaat er een scheldnaam (vooral in verkiezingstijd gebezigd)? [ZND 27 (1938)] III-3-3
katoen katoen: katoen (Bocholt), kǝtūn (Bocholt) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
kattegat kattegat: katǝgāt (Bocholt) Een al dan niet afgeschermde opening onder in de schuurpoort die katten in staat stelt om de schuur in te gaan om muizen en ratten te vangen. Blijkbaar wordt deze opening ook door kippen gebruikt. [N 4A, 42i; monogr.] I-6
kauw kauw: kauw (Bocholt), tauw: sic. kleinste soort kraai  tauw (Bocholt) kauw || kerkkauw [ZND 27 (1938)] III-4-1
kazuifel kazuifel: een kasufel (Bocholt), ei kaszjuivel (Bocholt), ene kesufel (Bocholt), kassufel (Bocholt), kesùfel (Bocholt) Een kazuifel (misgewaad; de uitspraak juist weergeven). [ZND 36 (1941)] || Het kazuifel, het opperkleed dat de priester tijdens de mis draagt [kazufel, kazel, kruifel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
keel keel: kē̜.l (Bocholt), strot: struǝt (Bocholt), strūǝ.t (Bocholt) Zie afbeelding 2.16. [JG 1a, 1b; N 8, 29] I-9