e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kern kern: kē̜n (Bocholt), leven: lɛi̯vǝn (Bocholt) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kers, zoete soorten kers: kiêrs (Bocholt) kers I-7
kersenpannenkoek koek met kersen: Syst. Frings  kōk meͅt kīrsə (Bocholt) Pannekoek met kersen (kersekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
kerstavond kerstavond: korsaoved (Bocholt) 24 december, de dag voor Kerstmis [Kerstavond, krisaovend, keersaovend]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstbeelden kerstbeelden: korsbeeldje (Bocholt) De beeldengroep van de kerststal, de kerstbeelden. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstboom kerstboom: korsbaum (Bocholt) Een kerstboom [krisboom]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstkribbe kribbetje: kribbeke (Bocholt) Een kerstkribbe [et kribche]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstmis kerstmis: korsemis (Bocholt), korsmes (Bocholt), korsmis (Bocholt, ... ), korsmĭs (Bocholt), koͅrsməs (Bocholt) Hoe vertaalt men in uw dialect: Kerstmis? [ZND 20 (1936)] || Kerstmis [Krismes, Kriësmes, Keersemes, Korsmes]. [N 96C (1989)] || Kerstmis. [ZND 42 (1943)], [ZND m] III-3-3
kerstnacht kerstnacht: korsnacht (Bocholt) De nacht van 24 op 25 december waarin Christus geboorte herdacht wordt, kerstnacht [krisnach]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerststal kerststal: korsstal (Bocholt) Een kerststal. [N 96C (1989)] III-3-3