34058 |
koe |
koe:
ku (L317p Bocholt),
kui̯ (L317p Bocholt),
kuu̯ (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt),
kyu̯ (L317p Bocholt),
kȳ (L317p Bocholt),
kȳi̯ (L317p Bocholt),
kōu̯ (L317p Bocholt),
kū (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt),
vaars:
vērs (L317p Bocholt)
|
Volwassen vrouwelijk rund, in de regel een rund dat één of meerdere keren gekalfd heeft. Zie afbeelding 5. Op de kaart is het woordtype koe niet opgenomen. [JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 11; Gwn V, 2a; L 1a-m; L 4, 37; L 5, 27b; L 7, 61b; L 14, 26 en 88; L 20, 11; L 27, 5 en 57; L 29, 44; L 38, 44; L 40, 21b; L 44, 16, 21a en 39; R 12, 29; R (s]
I-11
|
34183 |
koe die pas gekalfd heeft |
vaars:
vērs (L317p Bocholt),
vǫrs (L317p Bocholt)
|
Voor een aantal varianten van vaars zou men kunnen denken aan een woord vers. Het wnt (xx-1, blz. 2125) vermeldt ''vers'' in de betekenis van "jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft" (wnt xviii, blz. 72). Het onderscheid tussen vers- en vaarsvarianten is niet altijd even duidelijk. Daarom is er gekozen voor één woordtype vaars.' [A 4, 16; L 20, 16]
I-11
|
34068 |
koe die tweemaal heeft gekalfd |
tweede koe:
twidǝ [koe] (L317p Bocholt)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) resp. (kalf) de lemmata ''koe'' (3.3.1) en ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 26a; N C, 14b]
I-11
|
34126 |
koe met gebogen, opgezette rug |
hoge rug:
hugǝ røx (L317p Bocholt)
|
[N 3A, 145c]
I-11
|
34124 |
koe met hellend kruis |
hangende kont:
haŋǝnšǝ kōnt (L317p Bocholt)
|
[N 3A, 145a; monogr.]
I-11
|
34122 |
koe met korte poten |
gezonken koe:
gǝzōŋkǝ ku (L317p Bocholt)
|
[N 3A, 142b]
I-11
|
34045 |
koe met rode vlek op de poot |
vlekpoot:
vlękpūt (L317p Bocholt)
|
[N 3A, 138]
I-11
|
34125 |
koe met slappe, doorgezakte rug |
doorgezakte rug:
dūrgǝzak˲dǝ røx (L317p Bocholt)
|
[N 3A, 145b]
I-11
|
34123 |
koe met ver uitspringende hielen |
hakkenschijter:
hakǝšitǝr (L317p Bocholt)
|
[N 3A, 144b]
I-11
|
34044 |
koe met witte vlek of streep op het voorhoofd |
streepkop:
strē̜i̯pkǫp (L317p Bocholt),
witkop:
wetkǫp (L317p Bocholt)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 135a; N 3A, 136a]
I-11
|