e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kralen van de rozenkrans kraaltjes: krelkes (Bocholt) De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kram slot: slūǝt (Bocholt) Oog, haak of kram waarin het slaghout gestoken werd om het vast te zetten. [N 17, 21; N G, 56g] I-13
kramer kramer: iemand die van deur tot deur de vodden bijeenhaalt is een voddenkriemer  kriemer (Bocholt), leurder, bv. voddenkriemer  kriemer (Bocholt), pijn in de rug  kriemer (Bocholt), voor vodden man, voddenkremer  kremer (Bocholt) Kramer. [ZND 36 (1941)] III-3-1
krant gazet (<fr.): gazet (Bocholt), gezét (Bocholt), gəzɛt (Bocholt) krant [ZND 17 (1935)] III-3-1
kreeft kreeft: ook in ZND 28, 048  krēft (Bocholt) kreeft [ZND 01 (1922)] III-2-3
krekel krekel: krekel (Bocholt), kriəkəl (Bocholt) krekel [ZND 01 (1922)] III-4-2
krentenbaard baardziekte: baardzeeëkde (Bocholt) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 107 (2001)] III-1-2
krentenbol krentenbol: Syst. Frings  krentəboͅl (Bocholt) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenmik: krentemek (Bocholt), krintəmik (Bocholt), Syst. Frings  krentəmek (Bocholt) brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
kreukel fronsel: Spelling: &lt;`&gt; = sjwa.  fròns`l (Bocholt) Kreukel. Ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, fronsel, valse plooi, kneuker, freutel] [N 114 (2002)] III-1-3