e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leren muts die onder de kin wordt gesloten leren muts: leͅ`rə møͅts (Bocholt) muts, op bivakmuts gelijkende lederen ~ die onder de kin met een knoop wordt gesloten [N 25 (1964)] III-1-3
leren naaien naaistiel leren: nɛ̄jstil līrǝ (Bocholt) Het vak van naaister leren. [N 62, 1f] II-7
leugen leugen: det is ein leugen (Bocholt), det is ein lugen (Bocholt), dèt is ein lugen (Bocholt), niet waar: dèt is neet woar (Bocholt) Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)] III-3-1
leurder karretjesman: ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a (van "man") staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  keͅrkəsman (Bocholt), leurder: ps. omgespeld volgens Frings.  l"rdər (Bocholt) koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
leuren op commerce (fr.) gaan: ps. bij benadering omgespeld volgens Frings. Boven de "u"(omgespeld: ?) staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "u"omgespeld.  oͅp kəmeͅrs gəu̯~n (Bocholt), ps. omgespeld volgens Frings.  oͅp koͅmeͅrs gū(ə)n (Bocholt) Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)] III-3-1
leven leven: znd 34, 82a;  lèven (Bocholt), lééven (Bocholt) leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)] III-2-2
leven (zn) leven: leeven (Bocholt), lèven (Bocholt, ... ), léévən (Bocholt) leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34] III-2-2
levend vlees onder de huid leven, het -: ət lēͅvə (Bocholt) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: lēͅvər (Bocholt) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverpastei pastei: pás’teͅi (Bocholt) leverpastei [Goossens 1b (1960)] III-2-3