e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neusgaten neuskotten: nāskū(ə)tər (Bocholt) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
neusklem ring: reŋk (Bocholt), scheer: šĩr (Bocholt) Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11
neusriem snuitriem: snūtrēm (Bocholt) Leren riempje van het hoofdstel dat over de neus van het paard loopt. [N 13, 23] I-10
neusring ring: reŋq (Bocholt), varkensring: vęrkǝsreŋk (Bocholt) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
neusvleugel neusvleugel: naasvluuëg`l (Bocholt), nāsvlygəl (Bocholt) neusvleugel [N 10b (1961)] || Neusvleugel: beweeglijke buitenwand van een neusgat (neusvleugel, neusvleuger) [N 106 (2001)] III-1-1
nevelslinnen mutsje met plooienrand en kinbanden nevelskapje: nīvəlskeͅpkə (Bocholt) mutsje, nevelslinnen ~ met een plooienrand en kinbanden {afb} [nevelskepke, - kap, ievelskepke] [N 25 (1964)] III-1-3
nicht nicht: nicht (Bocholt), nīēcht (Bocholt) nicht [ZND 11 (1925)] || nicht; de kinderen van een oom of tante [ZND 11 (1925)] III-2-2
nier nier: nēr (Bocholt) nier [N 10 (1961)] III-1-1
nierbekkenontsteking nierziekte: nērzēkdǝ (Bocholt) Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43] I-11
niet behouden verlopen: vǝrlǫu̯pǝ (Bocholt) Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b] I-11